6.7
De elektrische bedrading
aansluiten
6.7.1
Over het aansluiten van de elektrische
bedrading
Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten bestaat doorgaans uit de
volgende stappen:
1
Controleer of het systeem van elektrische voeding voldoet aan
de elektrische specificaties van de warmtepomp.
2
De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten.
3
De elektrische bedrading op de binnenunit aansluiten.
4
De hoofdschakelaar van de binnenunit aansluiten.
5
De hoofdschakelaar van de gasboiler aansluiten.
6
De communicatiekabel tussen de gasboiler en de binnenunit
aansluiten.
7
De gebruikersinterface aansluiten.
8
De afsluiters aansluiten.
9
De pomp voor warm tapwater aansluiten.
10 De alarmuitgang aansluiten.
11 De AAN/UIT-uitgang van de ruimteverwarming aansluiten.
12 De veiligheidsthermostaat aansluiten.
6.7.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
INFORMATIE
Toestel moet worden geïnstalleerd conform de nationale
bedradingsvoorschriften.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding
van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken
onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
zijn
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Sluit de elektrische voeding NIET aan op de binnenunit. Dit
kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1 – 2019.10
meeraderige
kabel
als
servicevertegenwoordiger
of
WAARSCHUWING
▪ Gebruik
GEEN
onderdelen binnenin het product.
▪ Tak de elektrische voeding niet af voor de afvoerpomp,
etc. van het klemmenblok. Dit kan een elektrische
schok of brand veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd de bedrading tussen de units uit de buurt van
koperen leidingen die niet thermisch geïsoleerd zijn
aangezien dergelijke leidingen heel warm worden.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Alle elektrische onderdelen (thermistors inbegrepen)
krijgen stroom van de elektrische voeding. Raak ze NIET
aan met blote handen.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten uit
en meet de spanning aan de aansluitklemmen van de
condensatoren
van
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u
elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema
voor
aansluitklemmen.
a
AL2 AL1
b
c
S40
FU2
DC(-)
DC
d
DC
AC
a
AL1, AL2 - connector kabel elektromagnetische klep*
b
S20~24 - connector kabel spoel elektromagnetische klep
(kamer A, B, C, D, E)*
c
S40 – connector kabel thermisch overbelastingsrelais en
hogedrukschakelaar*
d
Multimeter (wisselstroomspanningsbereik)
e
S90~93 – connector thermistorkabel
f
S70 – connector kabel ventilatormotor
g
S80 - connector kabel 4-wegsklep
h
Connector compressorkabel
* Kan verschillen naar gelang van het model.
6.7.3
Richtlijnen voor het aansluiten van de
elektrische bedrading
Denk aan de volgende punten:
▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog
op het uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het
bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt
werktuig.
b
a
a
Gevlochten geleider
b
Ronde krimpklem
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Installatie
lokaal
aangekochte
elektrische
de
hoofdkring
of
elektrische
de
plaats
van
S92
e
S93
f
g
S80
h
de
21