Modus motortoerental
Er zijn 3 modi beschikbaar: L
M
.
AXIMUM
•
L
: Lage transportsnelheid/laag stationair om
AAG
grasophoping in nat weer tegen te gaan.
•
Efficiënt: Middelmatig hoge transportsnelheid
en maximale brandstofbesparing voor normale
maaiomstandigheden.
•
M
: Maximale transportsnelheid/hoog
AXIMUM
stationair voor extreme maaiomstandigheden.
Het paneel licht op en toont de huidige toerentalmodus
(Laag is geselecteerd in
Statusindicators van het veiligheidssysteem
Deze gaan branden wanneer alle bedieningse-
lementen in de startstand staan (d.w.z. aftakas
uitgeschakeld, parkeerrem ingeschakeld, rijhendels in
de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
is aanwezig).
•
De aftakas moet uitgeschakeld en de rem in
werking gesteld zijn, en de rijhendels moeten naar
buiten zijn gezet (
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
om de machine te starten. (U hoeft niet in de stoel
te zitten om de motor te starten.)
Opmerking:
De startmotor wordt ingeschakeld
terwijl de aftakasschakelaar omhoog staat (A
het systeem schakelt de aftakas echter uit en
deze geeft een resetfout. Om de aftakas in te
schakelen, moet u deze resetten door hem
(omlaag) en vervolgens
•
U moet op de stoel zitten terwijl de aftakas
ingeschakeld is, de parkeerrem moet
uitgeschakeld zijn, of de rijhendels naar binnen
gezet, anders slaat de motor af.
•
De motor slaat af als de linker of rechter rijhendel
dan wel beide rijhendels uit de
worden gezet wanneer de
NEUTRAALSTAND
parkeerrem in werking is gesteld.
Opmerking:
Zie de Gebruikershandleiding van
de machine voor de controleprocedures van het
veiligheidssysteem.
Motortemperatuur
De motortemperatuur wordt weergegeven in een
balkje. Wanneer de temperatuur te hoog dreigt te
worden, gaat het balkje knipperen. Is de motor
oververhit, dan verschijnt een vol balkje.
Motortoerental
Geeft het toerental van de motor weer.
, E
en
AAG
FFICIËNT
Figuur
4).
, en de bestuurder
te zetten.
AAN
VERGRENDELDE
Brandstofpeil (als brandstofsensor aanwezig
is)
Het brandstofpeil wordt weergegeven als een balkje.
Een foutmelding wordt gegenereerd als zich nog
ongeveer 3,8 liter in de tank bevindt.
Aanbevolen afkoeltijd motor
De aanbevolen tijd om de motor stationair te laten
draaien alvorens deze uit te schakelen wordt
weergegeven als balkje. Het balkje wordt kleiner
naarmate de motor afkoelt; wanneer het balkje leeg
is, kunt u de motor veilig uitschakelen. Als u de
motor uitschakelt voor het einde van de aanbevolen
afkoeltijd, wordt een fout toegevoegd aan het
storingslogboek.
Schermen regeneratie
dieselpartikelfilter (DPF)
van motor
VOORZICHTIG
)
Tijdens de regeneratie wordt het
dieselpartikelfilter erg heet en kan het
ernstige brandwonden veroorzaken.
);
AN
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
de motor tijdens de regeneratie.
UIT
Het dieselpartikelfilter (DPF) verwijdert partikels uit de
uitlaat en voorkomt dat deze in de lucht terechtkomen.
Wanneer zich partikels in het filter hebben opgebouwd,
voert de motor een regeneratie uit om verstopping
en verminderde motorprestaties tegen te gaan.
Regeneraties worden meestal uitgevoerd zonder
dat u het merkt en zonder invloed op de werking
van de maaier. Er zijn 4 onderhoudsmodi: passieve
regeneratie, automatische regeneratie, stationaire
regeneratie, en herstelregeneratie.
1.
Passieve regeneratie
Dit is het meest voorkomende type
regeneratie tijdens normaal bedrijf. Als de
motor onder normale belasting loopt, zal
de uitlaattemperatuur het DPF boven de
minimumtemperatuur voor regeneratie houden,
waardoor normale roetopbouw (particle matter,
PM) in het DPF te verwachten is.
2.
Automatische regeneratie
Als de ECU van de motor detecteert dat de
tegendruk van het DPF boven een aanvaardbare
waarde is gestegen, wordt een automatische
regeneratie uitgevoerd. Gedurende de
5