2. Nu toont de centrale de pagina die hiernaast is aangegeven; voer "System
user", "System password" (geleverd door de installateur) en een geldige
gebruikerscode voor de centrale in.
De ingevoerde installateurcode wordt uitsluitend geaccepteerd als de tele-
assistentie geactiveerd is (paragraaf 5-4 Activeringen).
3. Druk op de knop
Houd er rekening mee dat de SmartLAN/G een aansluiting per keer kan
verrichten: als de gebruiker al toegang tot de centrale heeft, kan een tweede
gebruiker geen aansluiting met de centrale verrichten. In dit geval wordt het
volgende bericht getoond: "Too many connections"
De toegang wordt in de volgende gevallen niet goedgekeurd:
• de ingevoerde PIN wordt niet herkend
• de ingevoerde code behoort tot geen enkel gebied
• de ingevoerde code is niet actief
• de code is onderworpen aan een timer en de timer is op OFF geplaatst
• de
optie
"Toegang
gebruikersmenu is niet geactiveerd
Als de aansluiting verricht is, zal de browser de startpagina van de webserver
tonen. De zes iconen hiernaast stellen de zes toetsen voor waarmee de gebruiker
toegang heeft tot zes verschillende delen:
Icoon
Toets
Toegang tot het
virtuele paneel
Beheer van de
gebieden
Beheer van de zones
en de uitgangen
Weergave van de
timers
Weergave register
gebeurtenissen
De aansluiting
afsluiten en verlaten
De web interface voor de mobiele apparatuur bezit dezelfde functies die met de
computer voor de remote beheer van de centrale bereikbaar zijn.
U moet zich verbinden met het adres van de SmartLAN om deze interface met
mobiele apparatuur te kunnen gebruiken. U wordt automatisch naar de
desbetreffende pagina gebracht. U kunt de aansluiting echter ook handmatig
verrichten door "/mobile/" aan het einde van het SmartLAN/G adres toe te
voeren (bijvoorbeeld "http://192.168.1.92" wordt "https://192.168.1.92/mobile/
").
Het display van de handmatige apparatuur toont de volgende pagina als u de
geauthenticeerde toegang tot de webserver verricht heeft:
• bovenaan de iconen voor de toegang tot de verschillende delen
• in het midden de verschillende voorwerpen die gekozen kunnen worden
• onderaan de iconen van de functies die op de gekozen voorwerpen verricht
moeten worden
Neem de volgende procedure in acht voor de verschillende handelingen:
1. Kies het deel bovenaan op de display
2. Kies het voorwerp tussen de voorwerpen die in het midden van het display
aanwezig zijn (
: gekozen voorwerp,
3. Kies de functie met de iconen onderaan op het display (
tie,
: functie niet gekozen)
4. Druk op de toets
om de aansluiting te leggen.
Internet"
in
het
deel
Tabel 10: Delen van de webserver
Het getoonde paneel is de exacte kopie van een van de panelen die in de installatie aanwezig zijn.
Rechts bovenaan kunt u een ander paneel kiezen en met een druk op de knop
kunt u op de toetsen van het paneel klikken en de gewenste functies betreden.
De informatie van de gebieden die de gebruiker kan betreden worden getoond (zie paragraaf 5-2
Gebieden activeren en deactiveren, paragraaf 5-1 Beheer alarmen en paragraaf 5-5 Weergaven).
Kies met de muis het gewenste gebied. De informatie van de geactiveerde zones van het gekozen gebied
worden getoond en nu kunt u ze activeren of inhibiteren (zie paragraaf 5-4 Activeringen en paragraaf 5-
Het kader onderaan toont de staat van de uitgangen; u kunt de uitgangen wel of niet activeren (zie
paragraaf 5-5 Weergaven en paragraaf 5-6 Activering en deactivering van de uitgangen).
De staat van de 10 timers van de centrale worden getoond (zie paragraaf 5-5 Weergaven).
Druk op de knop
De centrale beëindigt de aansluiting en keert terug naar de startpagina met de login.
Mobiele web interface
: voorwerp niet gekozen)
om het commando te versturen.
"Activeringen"
van
het
Opmerkingen
5 Weergaven).
om het aflezen van het register met alle gebeurtenissen van de centrale bij
te werken (zie paragraaf 5-5 Weergaven).
: gekozen func-
Gebruikershandleiding
weergeven. Nu
5-17-3