Inhoudsopgave
Advertenties
D)
Als de optie van de centrale voor de weergave van de open zones bij gede-
activeerde gebieden gedeactiveerd is, wordt op de eerste regel van het dis-
play achtereenvolgens elke 3 seconden de beschrijving van de zones die
niet in rust geplaatst zijn getoond als de gebieden van het paneel gedeac-
tiveerd zijn. De automatisch uitsluitbare zones worden negatief weerge-
geven.
Het geval D kan van het geval B onderscheiden worden aangezien in het geval B de rode
led op het paneel knippert.
Het geval D wordt uitsluitend weergegeven als de gevallen A, B en C niet aanwezig zijn.
Hieronder beschrijven we het typische gebruik van de toetsen. Bepaalde toetsen
kunnen ook bijzondere functies hebben die vervolgens beschreven zullen
worden:
Toetsen
De centrale heeft 3 speciale functies die geactiveerd kunnen worden door
tegelijkertijd 3 paar toetsen op een van de panelen van de installatie in te
drukken:
1.
+
= Brand
2.
+
= Medisch assistentie
3.
+
= Openbare veiligheid
Met een druk op een van de beschreven paar toetsen wordt een van de
desbetreffende gebeurtenissen met de aanverwante programmering van de
uitgangen en oproepen veroorzaakt.
Houd de toetsen
+
seconden lang ingedrukt om een van de noodsituaties te activeren. Houd de
toetsen ingedrukt tot u een pieptoon ter bevestiging van de activering van de
gekozen noodtoets hoort.
De macro's verbonden met de iconen die met de ingedrukte functietoetsen geassocieerd
zijn, worden niet geactiveerd als u twee functietoetsen tegelijkertijd indrukt.
De toetsen gebruiken
Tabel 4: Toetsen van het paneel
Naam
Nummertoetsen
Wordt gebruikt voor het bevestigen van een keuze, een selectie of een waarde van een
OK
Worden gebruikt om door de lijsten van de menu's te lopen en de parameters op grafische
OMHOOG, OMLAAG
Worden gebruikt om horizontaal door de parameters of de weergegeven gegevens te
LINKS, RECHTS
lopen (bijvoorbeeld voor de weergave van de gebieden in het register met gebeurtenissen
Wordt gebruikt om tijdens de navigatie in het gebruikersmenu een stap terug te doen
zonder dat u bepaalde parameters of delen bevestigt of, nadat u een PIN gebruiker
C
ingevoerd en op
Wordt gebruikt om het gebruikersmenu definitief te verlaten zonder de eventuele
ESC
Wordt gebruikt voor het activeren van een parameter of een optie (zie paragraaf 5-4
ACTIVEREN
DEACTIVEREN
Wordt gebruikt voor het activeren van de macro's die met de desbetreffende iconen
F1, F2, F3, F4
of functietoetsen
, of
+
, of
Typisch gebruik
Worden gebruikt voor het invoeren van de PIN van de gebruikerscodes
wijze af te stellen (bijvoorbeeld afstellingen van het paneel of het volume)
of de keuze van het gebied in het menu activeringen)
gedrukt heeft, om de 3 verschillende weergaven van het gebruik-
ersmenu te doorlopen (zie paragraaf 2-5 Gebruikerscodes)
parameters of keuzes te bevestigen
Wordt gebruikt voor het deactiveren van een parameter of een optie
geassocieerd zijn.
Worden tevens gebruikt als Noodtoetsen (zie paragraaf 2-3-4 Noodtoetsen)
Noodtoetsen
+
minstens 3
Gebruikershandleiding
Nota
2-3-3
parameter
Activeringen)
2-3-4
Centrale
DTPIDTPI--
Tegelijkertijd indrukken
Nota
T03
Advertenties
Inhoudsopgave
