Eigenschappen van de collectorvloeistof
b
Attentie!
Gevaar voor beschadiging van zonnesy-
steem!
Bij met water gemengde collectorvloeistof
bestaat geen vorst- en corrosiebescherming
meer.
>
Nooit water of andere vloeistoffen bij de
collectorvloeistoffen mengen.
Deze gegevens hebben betrekking op Vaillant collector-
vloeistof (kan van 20 l: art.-nr. 302 498). De collector-
vloeistof van Vaillant is een gebruiksklaar antivries- en
anticorrosiemiddel, bestaande uit ca. 45 % propyleen-
glycol met anticorrosie-inhibitoren en 55 % water. De
collectorvloeistof beschikt over een zeer hoge tempera-
tuurbestendigheid en kan zowel in combinatie met
Vaillant buiscollectors als met Vaillant vlakke collectors
worden gebruikt. De collectorvloeistof wijst tevens op
een hoge warmtecapaciteit. De inhibitoren garanderen
bij het gebruik van verschillende metalen (gemengde
installaties) een betrouwbare corrosiebeveiliging.
Collectorvloeistof van Vaillant is in een luchtdicht geslo-
ten verpakking onbeperkt houdbaar. Contact met de
huid van de collectorvloeistof is normaal gesproken
ongevaarlijk.
>
Bij contact met de ogen, de ogen dadelijk uitspoelen.
Vorst- en corrosiebeveiliging van het zonne-energie-
circuit
>
Vul het gehele systeem uitsluitend met Vaillant col-
lectorvloeistof (art.-nr. 302498) om het zonnesy-
steem in de winter betrouwbaar te beschermen tegen
vorst.
Door het vullen van de installatie met zonne-energie-
vloeistof van Vaillant bereikt u een vorstbestendigheid
tot ca. -28 °C. Ook bij lagere buitentemperaturen dan -
28 °C ontstaat echter niet onmiddellijk vorstschade,
omdat de uitzettingskracht van het water verlaagd
wordt.
>
Controleer de antivrieswerking na het vullen van het
systeem en daarna één keer per jaar.
Voor het controleren van de collectorvloeistof,
adviseren wij de Vaillant vorstbeveiligingstester
(art.-nr. 0020015295).
Installatie- en onderhoudshandleiding allSTOR Buffersboilersysteem 0020095138_01
Systeembeschrijving 3
Montage en hydraulisch systeem
>
Monteer de toestellen van het systeem met behulp
van de betreffende installatiehandleidingen.
Neem de volgende punten in het bijzonder in acht:
>
Gebruik uitsluitend die aansluitingen die op de de
bufferboiler zijn aangeduid.
i
Gebruik op de aansluitingen van de boiler
naar het CV-toestel en de CV-circuits zwaar-
tekrachtremmen, om het verwarmen van de
buizen in stilstand en het afkoelen van de boi-
ler te vermijden.
>
Installeer zo kort mogelijke warmtetransporterende
buisleidingen.
>
Isoleer warmteleidende buisleidingen in overeenstem-
ming met de geldende normen en voorschriften om
te voorkomen dat onnodig warmteverlies optreedt.
>
Gebruik voor collectorvloeistofleidingen uitsluitend
buisisolaties en afdichtingen die geschikt zijn voor
hoge temperaturen (tot 140 °C).
b
Attentie!
Kans op beschadiging van het
zonne-expansievat!
Hoge temperaturen van de collectorvloeistof
kunnen de membraan van het zonne-expan-
sievat beschadigen.
>
De buisleidingen tussen de veiligheidsvoor-
ziening, het zonne-voorschakelvat en het
expansievat niet isoleren.
>
Gebruik in het bijzonder bij pellet-CV-ketels, vloerver-
warmingen en zonne-energietoepassingen uitsluitend
geregelde CV-circuits.
Vaillant adviseert om altijd utsluitend geregelde
CV-circuits aan te sluiten aan de bufferboiler VPS /2.
>
Let op het vergrootte volume van de collectorvloei-
stof en het verwarmingswater door de thermische
expansie bij de dimensionering van de expansievaten.
>
Installeer een zonne-expansievat met zonne-voor-
schakelvat.
>
Reduceer de voordruk naar 2,0 bar vanaf (tot 15 m
hoogte van het gebouw).
>
Vul het zonnesysteem tot een druk van 2,2 bar op.
CV-expansievat
>
Houd rekening met het extra volume van de buffer-
boiler en de mogelijke buffertemperatuur tot 95 °C,
alsook de bouwhoogte.
39