De maaieenheid verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact.
Trek de kabel van de bougie(s).
2. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
3. Trek de arm van de spanpoelie in en verwijder de
V-riem van de poelie (Fig. 42).
4. Maak de veer los van de inschakelhendel (Fig. 42).
5. Verwijder de maaimachine van de tunnel door de tunnel
op te lichten van de twee gelaste pennen en ongeveer
10 cm naar achteren te trekken. Zet de tunnel vast om te
voorkomen dat deze terugvalt.
1
2
8
6
7
10
Figuur 42
1. Spanpoelie en arm van
spanpoelie
2. V-riem
3. Inschakelveer
4. Klemmen van achterste
pennen
5. Achterste pennen
6. Maak de klemmen van de twee achterste pennen los en
verwijder de pennen (Fig. 42). U hebt misschien een
tang nodig om de tweede pen eruit te trekken.
7. Maak de klem van de voorste pen los en verwijder de
pen (Fig. 42).
8. Verwijder de V-riem van de motorpoelie (Fig. 42).
9. Schuif de maaieenheid weg van onder de tractor.
3
4
5
9
6. Klemmen van voorste pen
7. Voorste pen
8. Motorpoelie
9. Poelie van V-riem
10. M12-moeren van
voorwielophanging
35
De maaieenheid monteren
Voer de procedure De maaieenheid verwijderen in
omgekeerde volgorde uit, blz. 35.
Drijfriem van maaimes
afstellen
U moet de drijfriem van het maaimes afstellen na de eerste
20 bedrijfsuren en vervolgens om de 50 bedrijfsuren.
1. Verwijder de maaieenheid, zie De maaieenheid
verwijderen, blz. 35.
Opmerking: De drijfriem van het maaimes kan niet correct
worden afgesteld als de maaieenheid niet is verwijderd.
2. Verwijder de poelie van de V-riem en de arm van de
spanpoelie (Fig. 42).
3. Verwijder de drijfriemkap.
4. Draai de twee zeskantige moeren op de spanpoelie los
(Fig. 43).
5. Draai aan de M10-moer totdat de riem 5 mm doorhangt
als een kracht van 3 kp wordt uitgeoefend (Fig. 43).
2
1
3
Figuur 43
Bovenaanzicht
1. Zeskantige moeren
2. Maaierdrijfriem
6. Draai de twee zeskantige moeren op de spanpoelie vast.
7. Monteer de maaieenheid, zie De maaieenheid monteren,
blz. 35.
3. M10-moer