1
Stop
2
Droogmiddelbus
6.6 Thermische sensor kalibreren (alleen bij weersbestendige gekoelde
sampler)
6.6.1 Thermische sensor verifiëren
6.6.2 Thermische sensor kalibreren
Afbeelding 38 Droogmiddelhouder
3
O-ring
Om de nauwkeurigheid te verifiëren van de temperatuur in het
koelcompartiment, die wordt aangegeven op het display van de
sampler-controller, plaatst u een thermometer van
laboratoriumkwaliteit in een beker gevuld met 150 ml water in de
rechterachterhoek van de bak. Sluit vervolgens de deur van het
koelcompartiment.
Laat de koeling 6–7 uur werken. Dit garandeert dat de temperatuur
in het compartiment en die van het water in de beker gelijk zijn.
Vergelijk de temperatuur in de koeling volgens het diagnosescherm
voor temperatuurregeling (selecteer
(Diagnose\>Temperatuurdiagnose) in het
DIAGNOSTICS
hoofdmenu) met de op de thermometer aangegeven temperatuur.
Als de aangegeven waarden verschillen, moet de
referentietemperatuursensor worden gekalibreerd. Deze
cilindrische sensor bevindt zich in de rechterachterhoek van het
koelcompartiment en wordt door een klembeugel op zijn plaats
gehouden.
Voorwaarden:
•
IJsbad in een beker van 500 ml, bestaande uit een
50/50-mengsel van gemalen ijs en water
•
Laboratoriumthermometer
Procedure:
1. Druk op de
AAN/UIT
schakelen.
2. Verwijder de uitneembare bak.
DIAGNOSTICS\>THERMAL
-knop om de sampler-controller uit te
Onderhoud
93