Hoofdstuk 14.0 Installatiewaarschuwing
ALGEMENE WAARSCHUWING NIEUW-
ZEELAND
Het volgende is een lijst met waarschuwingen die
van toepassing zijn wanneer deze apparatuur is
aangesloten op het Nieuw-Zeelandse telefoonnetwerk.
De toekenning van een Telepermit voor
eindapparatuur geeft alleen aan dat Telecom heeft
geaccepteerd dat het onderdeel voldoet aan de
minimale voorwaarden voor aansluiting op het
netwerk. Het betekent niet dat het product door
Telecom wordt aanbevolen, of dat er sprake is van
enige vorm van garantie. Boven alles biedt dit geen
garantie dat een onderdeel correct zal werken in alle
opzichten met andere Telepermit-apparatuur van een
ander merk of model, noch impliceert dit dat het
product compatibel is met alle Telecom-
netwerkdiensten.
Omgekeerde nummering (pulskiezen)
Pulskiezen mag niet worden gebruikt aangezien dit
geleidelijk wordt afgebouwd binnen het netwerk.
DTMF is 100% beschikbaar en het moet altijd
worden gebruikt.
Lijnovername-apparatuur
Deze apparatuur is ingesteld om testoproepen uit te
voeren op vooraf bepaalde tijden. Dergelijke
testoproepen onderbreken alle andere gesprekken die
tegelijkertijd kunnen plaatsvinden op de lijn. De
timing voor dergelijke testoproepen moet met de
installateur worden besproken. De timing voor
testoproepen met deze apparatuur kan te maken
hebben met "verloop". Als dit storend blijkt te zijn
en uw gesprekken worden onderbroken, dan moet het
probleem van timing worden besproken met de
apparatuurinstallateur. Dit dient NIET te worden
gemeld als een storing aan de storingsdienst van
Telecom.
Gelijkstroomtoevoer naar andere apparaten
Tijdens het kiezen levert dit apparaat geen
gelijkspanning aan de seriepoortaansluiting wat kan
leiden tot verlies van geheugenfuncties voor de
eindapparaten (lokale telefoon) die zijn aangesloten
op T-1, R-1.
Algemene werking (beltoongevoeligheid en
belasting)
Dit apparaat reageert alleen op onderscheidende
alarmtonen DA1 en DA2.
In het geval van eventuele problemen met dit
apparaat, moet het worden losgekoppeld. Een CPE-
item dat is verbonden met een van de terminalpoorten
van het apparaat kan rechtstreeks op zijn plaats
worden aangesloten. De gebruiker moet er dan voor
zorgen dat het product wordt gerepareerd. Indien de
zaak wordt gemeld bij Telecom als een
bedradingsfout, en bewezen wordt dat de fout te
wijten is aan het product, dan worden er
voorrijkosten berekend.
14.0
Installatiewaarschuwing
Waarschuwing, goed lezen
Opmerking voor installateurs:
Deze waarschuwing bevat belangrijke informatie. Als enige persoon die contact
heeft met systeemgebruikers, is het uw verantwoordelijkheid om ieder item in
deze waarschuwing onder de aandacht van de gebruikers van dit systeem te
brengen.
Systeemstoringen
Dit systeem is zorgvuldig ontworpen om zo effectief mogelijk te zijn. Er zijn
echter omstandigheden, zoals brand, inbraak of andere soorten noodgevallen
waarin het mogelijk geen beveiliging biedt. Ieder type alarmsysteem kan met
opzet worden uitgeschakeld of niet naar verwachting functioneren door
uiteenlopende oorzaken. Sommige maar niet al deze redenen kunnen zijn:
Ondeugdelijke installatie
Een beveiligingssysteem moet goed worden geïnstalleerd om voldoende
beveiliging te bieden. Elke installatie moet worden beoordeeld door een
beveiligingsprofessional om ervoor te zorgen dat alle toegangspunten en -
gebieden zijn gedekt. Sloten en vergrendelingen op ramen en deuren moeten
veilig zijn en werken zoals bedoeld. Ramen, deuren, wanden, plafonds en
andere bouwmaterialen van het gebouw moeten voldoende sterk en
geconstrueerd zijn om het verwachte beveiligingsniveau te bieden. Tijdens en
na elke bouwactiviteit moet een herevaluatie worden uitgevoerd. Een
beoordeling door de brandweer en/of politie wordt sterk aangeraden, indien deze
dienst beschikbaar is.
Criminele kennis
Het systeem bevat beveiligingsfuncties die ten tijde van de productie als
effectief bekend stonden. Het is mogelijk dat personen met criminele
bedoelingen technieken ontwikkelen die de effectiviteit van deze functies
verminderen. Het is belangrijk dat een beveiligingssysteem op gezette tijden
wordt gecontroleerd om ervoor te zorgen dat de functies ervan effectief blijven
en worden bijgewerkt of vervangen als het systeem niet de verwachte
beveiliging biedt.
Toegang door indringers
Indringers kunnen via een niet-beveiligd toegangspunt binnenkomen, een
detectieapparaat omzeilen, detectie voorkomen door binnen te komen via een
gebied met onvoldoende dekking, een waarschuwingsapparaat onklaar maken of
zorgen dat het systeem niet naar behoren of helemaal niet meer werkt.
Stroomstoring
Regeleenheden, inbraakdetectoren, rookmelders en vele andere
beveiligingsapparatuur vereisen een adequate stroomvoorziening voor een juiste
werking. Als een apparaat op batterijen werkt, dan kunnen de batterijen
uitvallen. Zelfs als de batterijen niet uitvallen, moeten deze worden opgeladen,
in goede staat blijven en juist worden geplaatst. Als een apparaat alleen op
wisselstroom werkt, kan iedere onderbreking, hoe kort ook, het apparaat
stilzetten omdat het dan zonder stroom zit. Stroomonderbrekingen, hoe lang ze
ook duren, gaan vaak gepaard met spanningsfluctuaties die elektronische
apparatuur, zoals een beveiligingssysteem, kunnen beschadigen. Als er een
stroomonderbreking is geweest, dan moet u direct een volledige systeemtest
uitvoeren om na te gaan of het systeem goed werkt.
Storing van vervangbare batterijen
De draadloze zenders van dit systeem zijn zodanig ontworpen dat zij onder
normale omstandigheden een jarenlange levensduur van de batterij kunnen
bieden. De verwachte levensduur van de batterij is een functie van de
apparaatomgeving, het gebruik en het type. Omgevingsomstandigheden, zoals
hoge vochtigheid, hoge of lage temperaturen of grote
temperatuurschommelingen, kunnen de verwachte levensduur van de batterij
verkorten. Hoewel elk zendapparaat een legebatterijmonitor heeft die aangeeft
wanneer de batterijen moeten worden vervangen, is het mogelijk dat deze
monitor niet werkt zoals verwacht. Regelmatige tests en onderhoud zorgen
ervoor dat het systeem in goede staat blijft.
Aantasting door (draadloze)
radiofrequentieapparaten
Onder sommige omstandigheden kunnen de signalen de ontvanger niet bereiken,
bijvoorbeeld als er metalen objecten op of dicht bij het radiopad zijn geplaatst,
bij opzettelijke storingen of andere onopzettelijke interferentie van
radiosignalen.
Systeemgebruikers
Het kan voorkomen dat een gebruiker een paniek- of noodschakelaar niet kan
gebruiken vanwege een permanente of tijdelijke lichamelijke handicap, het
- 37 -