Hoofdstuk 4.0 Het systeem inschakelen
draadloze 2-wegsleutel of een proximitytag.
Het systeem uitschakelen met een toetsenpaneel
1.
Voer uw toegangscode in of presenteer uw proximitytag wanneer het systeem is
ingeschakeld (het indicatielampje Ingeschakeld brandt).
2.
Als u door de toegangsdeur loopt, dan piept het toetsenpaneel. Uitschakelen binnen _____
seconden om een alarmsituatie te voorkomen.
Het systeem uitschakelen met een draadloze 2-wegsleutel
1.
Druk op de knop Uitschakelen als het systeem is ingeschakeld (het indicatielampje
Ingeschakeld
2.
Als u door de toegangsdeur loopt, dan piept het toetsenpaneel. Druk op de knop Uitschakelen
binnen ____ seconden om een alarmtoestand te voorkomen.
Opmerking: Na het uitschakelen van een systeem met een HS2LCD-toetsenpaneel met behulp van
een draadloze 2-wegsleutel moet altijd het alarmgeheugen worden gecontroleerd om te bepalen of
er zich eventuele alarmen tijdens de ingeschakelde periode hebben voorgedaan.
Het systeem uitschakelen met een proximitytag
1.
Presenteer uw proximitytag aan een toetsenpaneel dat is uitgerust met een proximitysensor
als het systeem is ingeschakeld (het indicatielampje Ingeschakeld
toegangscode in als dit als verplicht is ingesteld.
2.
Als u door de ingangsdeur loopt, begint het toetsenpaneel te piepen. Presenteer binnen _____
seconden uw proximitytag om een alarmtoestand te voorkomen.
Opmerking: De duur van de toegangstimer wordt geprogrammeerd door uw installateur. De
installateur adviseert de duur van de geprogrammeerde toegangsvertraging (geldige invoer is 30
seconden tot 4 minuten). Voor SIA CP-01 geclassificeerde installaties mag de toegangsvertraging
niet langer zijn dan 45 seconden.
4.8.1 Fouten bij uitschakelen
Als uw code ongeldig is, wordt het systeem niet uitgeschakeld en klinkt er gedurende 2 seconden
een fouttoon. Als dit zich voordoet, druk dan [#] en voer uw toegangscode opnieuw in.
brandt).
- 11 -
brandt) en als voer uw