Niveaugeregeld navulverzoek: (twee mogelijkheden) De navulregeling gebruikt een 230V-signaal op
de klemmen 10, 11 en 12, bijv. van de SDS-regeleenheid (direct en zonder PA-contact) bij de SCU.
In tegenstelling hiertoe moet bij een bestaand potentiaalvrij contact van de drukhoudeenheid
(Flamco-regelcomponent F, M-K/S, MP10-40 of SDS-PA-contact of SPC) om het navullen te triggeren
de SCU op andere klemmen worden geactiveerd. Hier moeten de klemmen 21 en 22 op de SCU-
eenheid worden gebruikt evenals de bijbehorende klemmen voor het potentiaalvrije contact op de
drukhoudeenheid.
Verwissel deze niet! Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van de SCU. Het is ook niet
toegestaan om beide aansluitmethodes gelijktijdig te gebruiken!
Storingscontact
Bij de klemmen 19 en 20 kan het potentiaalvrije contact voor de collectieve storingsmelding worden
afgetapt. Het gaat open bij een storingstoestand. De contactbelasting bedraagt 230 V/50 Hz en 3 A.
Pulswatermeter:
Als u NFE1.2 of 2.2 gebruikt op MVE1, moet de bediener de pulswatermeter aansluiten. (klemmen 32
(bruin) en 33 (wit))
MVE2:
Sluit het magneetventiel (230 V/50 Hz) rechtstreeks aan op de drukregeleenheid (SDS/SPC).
Pulswatermeter:
Als u NFE1.2 of 2.2 gebruikt, is de pulswatermeter (IWZ) ook beschikbaar voor evaluatie door het
gebouwregelsysteem. De aansluitgegevens zijn als volgt:
•
Pulssequentie: 10 liter/puls
•
Schakelbelasting: max. 1,2 VA; schakelspanning: max. 24 V; schakelgelijkstroom: max. 0,05 A
•
Contactoverbrugging max. 0,1 ohm – isolatie minimaal 5,0 Mohm
•
Inhoud: 10 pF
Anders kan de IWZ ook rechtstreeks worden ontlucht via de SDS/SPC.
108
Manual NFE-MVE