Controleer het volgende voordat u verder gaat met de installatie van het apparaat:
Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met de gebruikte materialen in het systeem en het apparaat.
Zorg ervoor dat de in de veldleiding geïnstalleerde componenten bestand zijn tegen de waterdruk en -temperatuur.
Op alle lage punten van het systeem moeten afvoerkranen worden aangebracht om het circuit tijdens het onderhoud volledig te
kunnen afvoeren.
Op alle hoge punten van het systeem moeten ontluchtingsopeningen aanwezig zijn. De openingen moeten zodanig worden
geplaatst dat ze goed toegankelijk zijn voor onderhoud. Het apparaat is binnenin voorzien van een automatisch ontluchtingsventiel.
Controleer of dit ontluchtingsventiel niet is vastgedraaid en de ontluchting van het watercircuit daardoor mogelijk is.
9.4.2 Watervolume en dimensioneringsexpansievaten
De apparaten zijn uitgerust met een expansievat van 8 L met een standaard voordruk van 1,5 bar. Om de goede werking van het
apparaat te verzekeren, moet de voordruk van het expansievat mogelijk worden aangepast.
1) Controleer of de totale watervolume in de installatie, exclusief het interne watervolume van het apparaat, minimaal 40 L is. Zie 14
"Technische specificaties" om het totale interne watervolume van het apparaat te vinden.
Voor de meeste toepassingen is dit minimale watervolume genoeg.
Voor kritische processen of in ruimten met een hoge warmtebelasting is er misschien extra water nodig.
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingskringloop door extern bediende kleppen wordt geregeld, moet dit minimale
watervolume behouden blijven, zelfs als alle kleppen gesloten zijn.
2) Het volume van het expansievat moet overeenkomen met het totale volume van het watersysteem.
3) Om de expansie voor het verwarmings- en koelcircuit te dimensioneren.
Het volume van het expansievat kan volgens onderstaande figuur worden weergegeven:
25
20
15
10
5
0
0
50
OPMERKING
100
150
200
Watervolume van het systeem (L)
32
250
300
350
400