Vulklep
P_o: Buitencirculatiepomp
(niet meegeleverd)
P_s: Zonnepomp
(niet meegeleverd)
T solar: Zonnetemperatuursensor
(niet meegeleverd)
Zonnepaneel
(niet meegeleverd)
P_d: DHW-leidingpomp
(niet meegeleverd)
Verwarming van leidingwater
Alleen master-unit (1.1) kan werken in DHW-modus. T5S wordt ingesteld op het bedieningspaneel (2). In DHW-modus blijft SV1(3)
INGESCHAKELD. Wanneer de master-unit actief is in DHW-modus, kunnen slave-units werken de koel-/warmtemodus voor
ruimtes.
Ruimteverwarming
Alles slave-units kunnen werken in de modus voor ruimteverwarming. De bedrijfsmodus en temperatuurinstelling worden ingesteld
op het bedieningspaneel (2). Door een verandering in buitentemperatuur en de benodigde belasting binnenshuis, werken
meervoudige buitenunits mogelijke op verschillende tijdstippen.
In koelmodus, SV3 (23.1) en P_C (23.2) blijft UITGESCHAKELD, P_O (5) blijft INGESCHAKELD;
In warmtemodus, wanneer ZONE 1 en ZONE 2 beide werken, P_c (23.2) en P_o (5) blijven INGESCHAKELD, SV3 (23.1) schakelt
tussen INGESCHAKELD en UITGESCHAKELD volgens de set TW2;
In warmtemodus, wanneer alleen ZONE 1 werkt, P_O (5) blijft INGESCHAKELD, SV3 (23.1) en P_C (23.2) blijven
UITGESCHAKELD.
In warmtemodus, wanneer alleen ZONE 2 werkt, P_O (5) blijft UITGESCHAKELD, P_C (23.3) blijft INGESCHAKELD, SV3 (23.1)
schakelt tussen INGESCHAKELD en UITGESCHAKELD volgens de set TW2;
AHS (hulpwarmtebron) regeling
AHS moet worden ingesteld met de dip-schakelaars op het moederbord (zie 10.2); AHS wordt alleen geregeld door de master-unit.
Wanneer de master-unit actief is in DHW-modus, kan AHS alleen worden gebruikt voor het verwarmen van leidingwater; wanneer
de master-unit actief is in de warmtemodus, kan AHS alleen worden gebruikt voor de warmtemodus.
1) Wanneer de AHS is ingesteld om alleen voor de warmtemodus geldig te zijn, schakelt AHS alleen in de volgende
omstandigheden in:
a. Schakel de functie BACKUPHEATER in op het bedieningspaneel;
b. Master-unit is actief in de warmtemodus. Wanneer de inlaatwater- of omgevingstemperatuur te laag is, is de temperatuur van de
wateruitvoer te hoog en wordt AHS automatisch ingeschakeld.
2) Wanneer de AHS is ingesteld om alleen voor de warmtemodus en DHW-modus geldig te zijn, schakelt AHS alleen in de volgende
omstandigheden in:
Wanneer de master-unit actief is in de warmtemodus, zijn de omstandigheden om AHS in te kunnen schakelen hetzelfde als 1);
Wanneer de master-unit actief is in de warmtemodus, als T5 te laag is of wanneer de omgevingstemperatuur te laag is, is de
T5-doeltemperatuur te hoog en wordt AHS automatisch ingeschakeld.
3) Wanneer AHS geldig is en de werking van AHS wordt geregeld door M1M2. Wanneer M1M2 sluit, wordt AHS ingeschakeld.
Wanneer de master-unit actief is in DHW-modus, kan AHS niet worden ingeschakeld door M1M2 te sluiten.
TBH (tankboosterverwarming) regeling
TBH moet worden ingesteld met de dip-schakelaars op het moederbord (zie 10.2). TBH wordt alleen geregeld door de master-unit.
Zie 8.1 voor specifieke TBH-regeling.
Zonne-energieregeling
Zonne-energie wordt alleen geregeld door de master-unit. Zie 8.1 voor specifieke zonne-energieregeling.
Afsluitklep (niet meegeleverd)
Leidingwaterinlaatleiding
(niet meegeleverd)
Warmwaterkraan
(niet meegeleverd)
Collector/distributeur
(niet meegeleverd)
Omloopklep
(niet meegeleverd)
19
Sontactor (niet meegeleverd)
De ruimte werkt in koel- of
warmtemodus
De ruimte werkt alleen met
warmtemodus
Extra verwarmingsbron
(niet meegeleverd)