Randaarde aansluiten
1
2
5
8
Inbedrijfstelling
Explosiegevaar door foutieve installatie!
Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel.
• Apparaat vóór de inbedrijfstelling op correcte installatie
• Nationale bepalingen naleven.
Voor de inbedrijfstelling de volgende punten controleren:
• Montage en installatie controleren.
• Behuizing onderzoeken op beschadigingen.
• Indien nodig vreemde voorwerpen verwijderen.
• Indien nodig aansluitruimte reinigen.
• Controleren of alle schroeven en moeren goed vastgedraaid zijn.
• Aanhaalmomenten controleren.
9
Bedrijf
De standaardmotorbesturingen 8264/5 worden in klantspecifieke installaties
opgenomen. De bedrijfsvereisten zijn daarom sterk afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de lokale installatie.
312379 / 8264630300
2020-01-14·BA00·III·nl·05
3
4
controleren.
Randaarde gebruik makend van de
uitwendige aardaansluitklem op de
behuizing (1) aansluiten:
• Kabelschoen (3) plaatsen.
Na de kabelschoen een vulring (2)
plaatsen.
06817E00
• Schroef (5) met schroefborging (4)
borgen tegen losraken.
• Alle blanke, niet onder spanning
staande metalen delen onafhankelijk
van de bedrijfsspanning in het
randaardesysteem opnemen.
• Uitwendige randaarde-aansluiting
voor kabelschoen uitvoeren.
• Kabel dicht bij de behuizing vast
installeren.
GEVAAR
Besturing en verdeling
in drukvaste inkapseling
Serie 8264/5
Inbedrijfstelling
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
25