Aansluitklemmen
Schroeven van de aansluitklemmen met het gespecificeerde aanhaalmoment
bevestigen, zie tabel.
Schroefafmeting
Aanhaalmoment [Nm]
7.3.3 Elektrische aansluiting
• Houd de specificaties in het hoofdstuk "Technische gegevens" aan.
• De aderaansluiting bijzondere zorgvuldig uitvoeren.
• Waarborg, dat de aderisolatie tot aan de klemmen reikt, maar niet daarin wordt
geklemd.
• Ader bij strippen niet beschadigen (inkerven).
• Door een geschikte keuze van de gebruikte leidingen en door de wijze waarop deze
geplaatst worden waarborgen, dat de maximaal toegestane adertemperaturen en de
maximaal toegestane oppervlaktetemperatuur niet overschreden worden.
• Mechanische beschadigingen van de aderisolatie aan scherpe of beweegbare
metalen delen uitsluiten.
Net aansluiten
• Open de behuizing (zie hoofdstuk "Montage / demontage, gebruikspositie").
• Voer de aansluitkabels in overeenstemming met de kabel- en leidinginvoer in de
aansluitruimte.
• Leg de aansluitkabels in de aansluitruimte zo dat de toegestane minimale
buigradiussen niet onderschreden worden.
• Sluit de aders aan zoals getoond op de meegeleverde documenten
(bijv. bedradingsschema's).
• Randaarde aansluiten (zie hoofdstuk hierna "Uitwendige bedrading",
hoofdstuk "Randaarde aansluiten").
• Verwijder eventueel losse metalen deeltjes, verontreinigingen en vochtsporen uit de
behuizing.
• Sluit de behuizing na afsluiting van de werkzaamheden zorgvuldig.
312379 / 8264630300
2020-01-14·BA00·III·nl·05
M3
M4
M5
0,8
2,0
3,5
Besturing en verdeling
in drukvaste inkapseling
Serie 8264/5
Montage en installatie
M6
M8
M10
5,0
10,0
17,0
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
21