Codebreedte, tekenafstand en cpi
OMR:
De minimumbreedte van het codegebied is 7 tekenspaties. Van links naar rechts:
- 2 tekenspaties niet afgedrukt (4,2 mm; 0,17 inch)
- trackteken (3 tekens of 6,3 mm; 0,24 inch)
- 2 tekenspaties niet afgedrukt
Cpi 10 of 12 wordt geaccepteerd.
Het trackteken kan worden afgedrukt met het onderstrepingsteken (_), wat een dikte
moet hebben van ten minste van 0,2 mm (0,08 inch).
BCR:
De minimumdikte van een streepje in de code is 0,25 mm (0,01 inch).
Extra codes
Als het nodig is om meer functies in het vulsysteem
te besturen, kunnen andere codes worden gebruikt.
De volgende extra functies zijn mogelijk via
softwareopties:
- omleiden
- stoppen
- selectieve invoer vanaf station 1
- selectieve invoer vanaf station 2
- volgordecontrole 4, 2 en 1 (met
respectievelijk 1, 2 of 3 tekens voor OMR)
- pariteitscontroleteken (even, alleen OMR)
- veiligheidsteken (alleen OMR)
Algemene opmerkingen:
- Bij OMR moeten de tekens altijd worden
gebruikt in de bovenstaande volgorde.
- Als een functie wordt onderdrukt, gaat de
volgende functie één regel omhoog.
- De gekozen code moet altijd worden gebruikt
op al het materiaal dat met lezen moet
worden verwerkt.
- De lengte van de code en de tekendefinitie is
een service-instelling.
- Andere functies zijn mogelijk via speciale
codes (flexcodes)
37