6.
LEZEN (OPTIE)
6.1
Inleiding
Het vouw- en vulsysteem kan worden voorzien van lezen. Hiermee kan het systeem
speciale codes lezen die op de documenten zijn afgedrukt. Deze codes bevatten informatie
over het verwerken van de bladen. Er zijn twee typen codes beschikbaar:
• OMR: Optical Mark Recognition
• BCR: streepjescode (barcode)
De bladen met de afgedrukte code worden in de bovenste feeder geplaatst (nr. 3).
Afhankelijk van de geprogrammeerde code kunnen de andere feeders worden gebruikt
als selectieve feeders om bijlagen toe te voegen.
Bij de eerste vier vouwtypes, bevat het eerste blad van een set altijd het adres. In geval
van een zigzagvouw moet het adres worden afgedrukt op de laatste pagina van de set.
Een code voor volledige lengte wordt afgedrukt op elk blad van een set. De code moet op
dezelfde locatie op elke pagina verschijnen ongeacht de werkelijke codelengte.
De code op het laatste blad van de set bevat de invoeginstructie. De andere bladen
bevatten de verzamelinstructie. Als een pariteitscontrole wordt gebruikt bij OMR, wordt dit
op elk blad gecontroleerd. Als de code "page n of m" wordt gebruikt bij BCR, wordt de set
ingevoegd op het punt waar n gelijk is aan m.
Beide leesopties kunnen worden ingeschakeld met een speciale licentiecode (zie "Opties"
op pagina 33).
6.2
Instellingen
Leeskoppositie
De horizontale positie van de leeskop moet worden
ingesteld op dezelfde positie van de afgedrukte
tekens in de documenten. Ga als volgt te werk om
de leeskop in te stellen:
1.
Vouw een document met leescode op het eerste
teken.
2.
Open de bovenkap.
3.
Houd het document in het midden tegen de
liniaal.
4.
Schuif de leeskop A zo dat deze precies boven
het midden van de leestekens is geplaatst.
5.
Verdeel de papiergeleiders B langs de breedte
van het document.
6.
Als de leeskop wordt ingesteld, moeten de
papiergeleiders mogelijk worden verwijderd
en aan de andere kant van de leeskop worden
geplaatst.
34