Bediening van het apparaat en reanimatieprocedure
7.10 Uitvoeren van de ECG-analyse
Zijn de defibrillatie-elektroden deskundig aangebracht, dan start het apparaat automatisch met
de analyse.
Nu moet de patiënt op een rustige plek liggen en mag niet meer worden aangeraakt.
Het apparaat meldt: < Patient niet aanraken Hartritme wordt geanalyseerd >
De algoritme van het apparatenprogramma controleert nu de ECG op ventriculaire fibrillatie.
Dit duur ca. 7 – 12 seconden. Neemt het apparaat ventriculaire fibrillatie waar, dan adviseert het
een defibrillatie.
De ritmeherkenningsdetector analyseert het ECG voortdurend, ook nadat reeds een voor
defibrillatie geschikt ritme waargenomen werd.
7.11 Defibrillatie noodzakelijk
Heeft het apparaat duidelijk ventriculaire fibrillatie waargenomen, dan adviseert het
een defibrillatie, die in het apparaat automatisch wordt voorbereid.
Het apparaat meldt:
< Schok aanbevolen Patient niet aanraken >
Is de condensator intern geladen, dan staat de energie voor de defibrillatie-impuls
gedurende 15 seconden ter beschikking, dit wordt door een permanente toon en de
"groen" oplichtende shocktoets aangegeven. < Afstand houden van patient Schok nu
toedienen > Wordt binnen deze tijd niet gedefibrilleerd, dan wordt een interne
veiligheidsontlading uitgevoerd en volgt opnieuw een analyse van de ECG's.
GEVAAR
Observeer de patiënt tijdens de gehele reanimatie.
Het is te allen tijde mogelijk dat de patiënt uit de
bewusteloosheid ontwaakt en dan niet meer gedefribrilleerd
mag worden.
Stop dan onmiddelijk met de defibrillatie!
33