Apparaatspecificaties en kenmerken
DISPLAy BINNENUNIT
OPMERKING: Verschillende modellen hebben een ander displaypaneel. Niet alle onderstaande indicatoren zijn
beschikbaar voor de airconditioner die u hebt gekocht. Controleer het binnendisplay van het apparaat dat u hebt
gekocht. Illustraties in deze handleiding dienen ter verduidelijking. De werkelijke vorm van uw binnenunit kan
enigszins afwijken.
(A) Voor de unit waarvan het filter is verwijderd voor de linker- of rechterkant
Luchtinlaat
Luchtafvoer
(B) Voor de unit waarbij het filter aan de onderkant is verwijderd
Luchtinlaat
Luchtafvoer
1. Plaats het filter via de onderkant in de ange-subassemblage;
2. Vergrendel de schroef.
(C) Voor de unit waarvan het filter aan de achterkant is verwijderd
Schroef
1. Verwijder twee flensranden;
2. Plaats het filter in het ange-subsamenstel;
3. Draai het luchtfilter;
4. Ga terug naar het begin.
5
Elektrische schakelkast
Luchtfilter (sommige modellen)
Afvoerslang
Koelmiddel aansluiting
Luchtfilter
(sommige modellen)
Schroef
Afvoerslang
Koelmiddel aansluiting
Luchtfilter (sommige modellen)
Flange coaming
Display paneel:
Manual
knop
• Menu-knop : Met deze knop selecteert u de modus in de volgende volgorde: AUTO, FORCED COOL, OFF.
FORCED COOL-modus: In de FORCED COOL-modus knippert het bedrijfslampje. Het systeem zal gedurende 30
minuten met een hoge windsnelheid blazen tot de ruimte is afgekoeld. Daarna gaat deze weer terug in AUTO.
De afstandsbediening wordt uitgeschakeld tijdens deze bewerking. UIT-modus: Wanneer het displaypaneel wordt
uitgeschakeld, wordt het apparaat uitgeschakeld en wordt de afstandsbediening opnieuw ingeschakeld.
BEDRIjFSTEMPERATUUR
Als uw airconditioner buiten de volgende temperatuurbereiken wordt gebruikt, kunnen bepaalde veiligheidsvoor-
zieningen worden geactiveerd en kan het apparaat worden uitgeschakeld.
INVERTER SPLIT TyPE
Luchtfilter
Kamer temperatuur
(Voor modellen met lage
Buiten temperatuur
temperatuur. koeling
tropische modellen)
Tijd
Infrarode
indicatie
ontvanger
Bedienings
Alarm indicatie
indicator
PRE-DEF
(voorverwarmen/ontdooien)indicator
Koelen
Verwarmen
Droog
17°C - 32°C
0°C - 30°C
10°C - 32°C
0°C - 50°C
-15°C - 50°C
-15°C - 24°C
0°C - 50°C
systemen.)
0°C - 52°C
0°C - 52°C
(Voor speciaal
(Voor speciaal
tropische modellen)
LED display
VOOR BUITENUNITS MET
BASEPAN-VERWARMING OF
CARTERVERWARMING
Als de buitentemperatuur lager
is dan 0 ° C, raden we ten zeerste
aan om de unit altijd aangesloten
te laten om een soepele doorlo-
pende prestatie te garanderen
6