LET OP VERVORMING VAN DE BUIZEN
• Vergeet niet om de leiding met isolatiemateriaal te omwikkelen. Direct contact met de leiding kan leiden tot
brandwonden of bevriezingsverschijnselen.
• Zorg ervoor dat de leiding goed is bevestigd. Te strak aandraaien kan de toetermond beschadigen, terwijl te
slap aandraaien tot lekkage kan leiden.
OPMERKING OVER MINIMUM STRAAL VAN EEN BOCHT
Buig de leiding voorzichtig in het midden, volgens de afbeelding hieronder. Buig de leiding NIET verder dan 90º
en niet vaker dan 3 keer.
GEBRUIK NIET TE VEEL KOPPEL
Bij overmatige kracht kan de moer breken of de koelleidingen beschadigen. U mag de koppelvereisten in de
bovenstaande tabel niet overschrijden.
Bend the pipe with thumb
min-radius 10cm (3.9")
6. Na het aansluiten van de koperen leidingen op de binnenunit, wikkelt u de voedingskabel, signaalkabel en
leidingen samen met bindtape.
OPMERKING: Verstrengel de signaalkabel NIET met overige bedrading. Zorg ervoor dat de signaalkabel niet
rondom andere draden verwikkeld raakt wanneer u ze samenbindt.
7.
Steek de pijpleiding door de muur en verbind deze met het buitentoestel.
8.
Isoleer alle leidingen, inclusief de kranen op het buitentoestel
9.
Open de sluitkranen op het buitentoestel om het koelmiddel door binnen- en buitentoestel rond te laten stromen.
29
Bedrading
LEES DEZE VOORSCHRIFTEN VOORDAT U ELEKTRISCHE WERKZAAMHEDEN UITVOERT!
1. Alle bedrading moet voldoen aan de lokale en nationale elektrische codes en voorschriften en moet worden
geïnstalleerd door een bevoegde elektricien.
2. Alle elektrische aansluitingen moeten worden gemaakt volgens het elektrisch aansluitschema op de pan-
elen van de binnen- en buitenunits.
3. Als er een ernstig veiligheidsprobleem is met de voeding, stop dan onmiddellijk met werken. Leg uw reden-
ering uit aan de klant en weiger de unit te installeren totdat het veiligheidsprobleem goed is opgelost.
4. De voedingsspanning moet binnen 90-110% van de nominale spanning liggen. Onvoldoende stroomvoor-
ziening kan storingen, elektrische schokken of brand veroorzaken.
5. Als stroom wordt aangesloten op vaste bedrading, moet een overspanningsbeveiliging en hoofdschakelaar
worden geïnstalleerd.
6. Als de stroom wordt aangesloten op vaste bedrading, moet een schakelaar of stroomonderbreker die alle
polen loskoppelt en een contactscheiding heeft van ten minste 3 mm (1/8 inch) in de vaste bedrading
worden ingebouwd. De gekwalificeerde technicus moet een goedgekeurde stroomonderbreker of schake-
laar gebruiken.
7. Sluit het apparaat alleen aan op een afzonderlijk vertakt stopcontact. Sluit geen ander apparaat aan op dat
stopcontact.
8. Zorg ervoor dat u de airconditioner goed aardt.
9. Elke draad moet goed worden aangesloten. Losse bedrading kan ertoe leiden dat de terminal oververhit
raakt, wat kan leiden tot productstoringen en mogelijk opnieuw.
10. Laat de draden de koelmiddelslangen, de compressor of bewegende delen in de unit niet raken of er tegen
rusten.
11. Als de unit een elektrische hulpverwarming heeft, moet deze op minimaal 1 meter afstand van brandbare
materialen worden geïnstalleerd.
12. Om een elektrische schok te voorkomen, mag u de elektrische componenten nooit aanraken kort nadat
de stroomtoevoer is uitgeschakeld. Wacht na het uitschakelen van de stroom altijd 10 minuten of langer
voordat u de elektrische componenten aanraakt.
13. Zorg ervoor dat u uw elektrische bedrading niet kruist met uw signaalbedrading. Dit kan vervorming en
interferentie veroorzaken.
14. Het apparaat moet worden aangesloten op het stopcontact. Normaal gesproken moet de voeding een
impedantie van 32 ohm hebben.
15. Er mag geen andere apparatuur op hetzelfde stroomcircuit worden aangesloten.
16. Sluit de buitendraden aan voordat u de binnendraden aansluit.
!
WAARSCHUWING
SCHAKEL DE NETVOEDING NAAR HET SySTEEM UIT
VOORDAT U ELEKTRISCHE OF BEDRADINGSWERK-
ZAAMHEDEN UITVOERT.
OPMERKING OVER LUCHTSCHAKELAAR
Wanneer de maximale stroom van de airconditioner
meer dan 16A is, moet een luchtschakelaar of lek-
kagebeveiligingsschakelaar met beveiligingsapparaat
worden gebruikt (apart verkrijgbaar). Wanneer de
maximale stroomsterkte van de airconditioner minder
is dan 16A, moet het netsnoer van de airconditioner
zijn uitgerust met een stekker (apart verkrijgbaar). In
Noord-Amerika moet het apparaat worden bedraad
volgens de NEC- en CEC-vereisten.
Luchtschakelaar
(A)
(apart aangeschaft)
Binnen & buiten unit
Voedingsdraden buitenunit
verbindingsdraden
(apart aangeschaft)
buiten unit
Binnenunit
30