Faxen
3
Geef een wachtwoord op in het veld Wachtwoord voor afdrukken van faxen.
4
Selecteer in het menu Modus Faxen in wachtrij een van de volgende opties:
•
Uit
•
Altijd aan
•
Handmatig
•
Gepland
5
Als u Gepland hebt geselecteerd, gaat u verder met de volgende stappen:
a
Klik op Wachtschema fax.
b
Selecteer in Faxen in wachtrij in het menu Actie.
c
Selecteer in het menu Tijd de tijd waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
d
Selecteer in het menu Dag(en) de dag waarop u de faxen in de wachtrij wilt vrijgeven.
6
Klik op Toevoegen.
Fax doorsturen
Met deze optie kunt u ontvangen faxen afdrukken en doorsturen naar een faxnummer, e-mailadres, FTP-site of LDSS.
1
Typ het IP-adres van uw printer in de adresbalk van uw webbrowser.
Als u het IP-adres van de printer niet weet, kunt u:
•
het IP-adres op het bedieningspaneel van de printer vinden in het TCP/IP-gedeelte in het menu
Netwerken/Poorten.
•
een pagina met netwerkinstellingen afdrukken en het IP-adres in het TCP/IP-gedeelte zoeken.
2
Klik op Instellingen > Faxinstellingen.
3
Selecteer in het menu Fax doorsturen een van de volgende opties:
•
Afdrukken
•
Afdrukken en doorsturen
•
Doorsturen
4
Selecteer in het menu Doorsturen naar een van de volgende opties:
•
Faxen
•
E‑mail
•
FTP
•
LDSS
•
eSF
5
Geef in het veld Doorsturen naar snelkoppeling het snelkoppelingsnummer op waarnaar u de fax wilt doorsturen.
Opmerking: Het snelkoppelingsnummer moet een geldige waarde zijn voor de instelling die is geselecteerd in
het menu Doorsturen naar.
6
Klik op Verzenden.
122