10
Instellingen
10.5
Sensor kalibreren
Om bij het rijden op hellingen het afdrijven van de machine te voorkomen, de nalopende
tastwielen vastzetten.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De contramoer (1) losmaken.
Het tastwiel tot de aanslag naar buiten duwen en vasthouden.
De schroef (2) zover naar buiten draaien tot deze tegen de schroef (3) aanligt.
De contramoer (1) vastdraaien.
10.5
Sensor kalibreren
Bij uitvoering "Plus"
De machine zo uitrichten dat alle harken parallel t.o.v. de bodem zijn.
De harken instellen op de laagste werkhoogte. Let erop dat alle harken dezelfde afstand tot
de grond hebben
INFO
Op grond van toegestane toleranties van de componenten kunnen de weergaven voor de
kalibratie verschillende waarden bevatten.
KSG000-033
Kalibreringsproces
Bij het bereiken van de onderste en bovenste grenswaarde (0 resp. 99) wordt de motor na
beëindiging van de kalibratie niet uitgeschakeld. De weergave is slechts een hulpmiddel ter
oriëntatie van de harkhoogte.
In het algemeen moet eerst de onderste grenswaarde worden aangelopen en gekalibreerd en
vervolgens de bovenste grenswaarde worden aangelopen en gekalibreerd.
Hark rechts
De magneet boven de rechter weergave (1) houden.
ð De rechter weergave knippert 2x de "0".
Æ Daarna wordt de meetwaarde "0" opgeslagen als ondergrens van het meetbereik.
De magneet verwijderen.
Vervolgens de harkhoogteverstelling tot de aanslag omhoog bewegen en daarna 1 tot 2
schroefgangen weer terugbewegen.
De magneet boven de rechter weergave (1) houden.
96
zie
Pagina 25.
Originele handleiding 150001021_02_nl
Swadro TC 760