6
Eerste inbedrijfstelling
6.3
Rijrichting regelen
6.3
Rijrichting regelen
De stuurstangen zijn in de fabriek vooringesteld.
Bij aangehangen machine moet rechtdoor rijden gecontroleerd worden. De machine moet op
een vlakke weg in het midden achter de trekker lopen.
Wanneer de machine schuin verdraaid ten opzichte van de trekker loopt, moeten de
stuurstangen worden bijgesteld.
KSG000-006
Wanneer de hark op een vlakke straat niet in het midden achter de trekker loopt, moet de
stuurstang (2) worden versteld.
De contramoer (1) losmaken.
De stuurstang (2) verstellen.
Stuurstang korter=Machine meer naar links richten
Stuurstang langer=Machine meer naar rechts richten
De contramoer (1) vastdraaien.
6.4
Afstand tussen tandarm en dwarsarm controleren / instellen
KSG000-007
ü De machine bevindt zich in de transportstand,
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
Om de kleinst mogelijke afstand tussen tandarm (2) en dwarsarm te bereiken de
tandarm (2) naar de dwarsarm (1) draaien.
De maat X tussen dwarsarm (1) en tandarm (2) controleren.
Als de maat X≥100 mm bedraagt, is de instelling correct.
50
zie
Pagina 67.
zie
Pagina 25.
Originele handleiding 150001021_02_nl
Swadro TC 760