4. Moeren weer vastdraaien en erop letten dat de geleideplaten gelijkmatig zijn ingesteld
(beide op de zelfde hoogte staan!)
5. Houtblok verwijderen, zodat de voorzijde van de machine wordt gedragen door de
geleideplaten.
9.8 Differentieel blokkering
Om de sneeuwfrees bij het gebruik makkelijker te kunnen bedienen, kan het rechter wiel/
rups met behulp van de aandrijfblokkering uitgeschakeld worden.
1. Sneeuwfrees uitzetten, sleutel verwijderen und bougiedop verwijderen
2. Om de aandrijfblokkering uit te schakelen, aandrijfblokker stift uittrekken.
3. Om de aandrijfblokkering weer in te schakelen, de aandrijfblokker stift weer naar binnen
drukken.
Aanwijzing:
Bij het sneeuwruimen over de volledige breedte van de sneeuwfrees de beide wielen qua
aandrijving inschakelen. Wanneer niet met de volledige breedte wordt gewerkt, dan 1 wiel
of rups inschakelen en de ingeschakelde zijde als contactzijde met de sneeuw gebruiken.
U kunt de machine hierdoor makkelijker draaien.
8.9 Stoppen met werken of pauze
Door het gebruik van de sneeuwfrees kunnen sneeuwresten en ijsvorming optreden
op de machine (motor) maar vooral ook op de trekstarter. Om dit op te lossen:
1. Na de laatste sneeuwfrees werkzaamheden de machine nog 1 tot 2 minuten stationair
zonder belasting laten lopen (afkoelingsfase van de motor) en daarnaast ervoor zorgen
dat het sneeuw en ijs wegsmelt.
2. Motor uitschakelen, benzine kraan sluiten en contactsleutel verwijderen. Zolang de
machine nog in gebruik is deze niet zonder toezicht ergens laten staan.
3. Sneeuw en ijsresten van de machine afborstelen.
4. Sneeuwfrees laten drogen, zodat deze gereed wordt voor een volgend gebruik.
Als de schuurstrip beschadigt of versleten is dan
moet deze worden vervangen.
1. Machine achterover hellen
2. Bouten en moeren verwijderen.
3. Schuurstrip uitwisselen.