Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Internettoegangspunt Voor Packet-Gegevens Instellen (Gprs); Geavanceerde Instellingen Voor Internettoegangspunten Voor Packet-Gegevens (Gprs); Een Wireless Lan-Internettoegangspunt Definiëren; Verbindingsbeheer - Nokia E61i Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

C o n n e c t i v i t e i t
Terugbellen gebruik.
— Selecteer
internetverbinding tot stand brengt.
Terugbellen
— Selecteer
Terugbelnummer
— Het telefoonnummer voor gegevensoproepen van uw apparaat invoeren. Dit nummer wordt door de
terugbelserver gebruikt.
Gbrk PPP-compressie
— Selecteer
ondersteund.
Login-script gebruik.
— Selecteer
wilt automatiseren. Een aanmeldingsscript bestaat uit een serie instructies die het systeem uitvoert tijdens het
aanmeldingsproces.
Login-script
— Het aanmeldingsscript invoeren. Deze instelling is alleen beschikbaar als u
geselecteerd.
Initialisatie modem
— Een opdrachtreeks invoeren voor de verbindingsinstellingen als uw serviceprovider dit vereist.

Een internettoegangspunt voor packet-gegevens instellen (GPRS)

Wanneer u het apparaat inschakelt, wordt mogelijk de SIM-kaartprovider herkend en worden de juiste instellingen voor
tekstberichten, multimediaberichten, GPRS en toegangspunten automatisch geconfigureerd.
1. Selecteer
Menu
Instrum.
>
2. Selecteer
Opties
Nieuw
>
toegangspunt, selecteert u
gebr..
3. Definieer de volgende instellingen:
Naam verbinding
— Voer een beschrijvende naam in voor de verbinding.
Drager gegevens
— Selecteer Packet-gegevens.
Naam toegangspunt
serviceprovider of netwerkoperator.
Gebruikersnaam
— Voer uw gebruikersnaam in als de serviceprovider dit vereist. Gebruikersnamen zijn gewoonlijk
hoofdlettergevoelig en worden verstrekt door de serviceprovider.
Vraag om wachtw.
selecteer
Nee
om het wachtwoord op te slaan in het geheugen van uw apparaat en de aanmelding te automatiseren.
Wachtwoord
— Voer uw wachtwoord in als de serviceprovider dit vereist. Het wachtwoord is gewoonlijk
hoofdlettergevoelig en word verstrekt door de serviceprovider.
Verificatie
— Selecteer
wachtwoord gecodeerd te verzenden indien dit mogelijk is.
Homepage
— Geef het webadres op van de pagina die u in het display wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt
gebruikt.
4. Nadat u de instellingen hebt gedefinieerd, selecteert u
definiëren of
Terug
om de instellingen op te slaan en af te sluiten.

Geavanceerde instellingen voor internettoegangspunten voor packet-gegevens (GPRS)

Nadat u de basisinstellingen voor het internettoegangspunt voor packet-gegevens (GPRS) hebt gedefinieerd, selecteert u
Opties
Geavanc. instell.
>
Netwerktype
— Selecteer
van het apparaat worden overgebracht.
IP-adres telefoon
— Voer het IP-adres van het apparaat in. Selecteer
ontvangen van de netwerkoperator. Deze instelling wordt alleen weergegeven als u
DNS-adres
— Het
Primair DNS-adres
Als u dit niet doet, worden de adressen van de naamservers automatisch opgegeven.
Proxy-serveradres
— Het adres van de proxyserver invoeren. Proxyservers zijn tussenliggende servers tussen een
browserdienst en de gebruikers daarvan. Sommige serviceproviders gebruiken dergelijke servers om extra veiligheid en een
snellere toegang tot de dienst te kunnen bieden.
Een wireless LAN-internettoegangspunt definiëren
U kunt de WLAN-wizard gebruiken om internettoegangspunten te definiëren voor een wireless LAN, maar u kunt het
toegangspunt ook handmatig definiëren.

Verbindingsbeheer

Selecteer
Menu
Connect.
>
Als u de status van gegevensverbindingen wilt weergeven of verbindingen wilt verbreken, selecteert u
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Ja
als u werkt met een dienst die terugbelt naar het apparaat wanneer u een
Gebruik servernr.
of
Gebruik ander
Ja
om de gegevensoverdracht te versnellen als dit door de remote PPP-server wordt
Ja
als uw internetprovider gebruikmaakt van een aanmeldingsscript of als u de aanmelding
Instell.
Verbinding
>
>
toegangspunt. Als u een bestaand toegangspunt wilt gebruiken als basis voor een nieuw
Huidige inst.
gebruik.. Als u wilt beginnen met leeg toegangspunt, selecteert u
— Een naam voor het toegangspunt invoeren. Deze naam wordt meestal verstrekt door uw
— Selecteer
Ja
om uw wachtwoord in te voeren telkens wanneer u zich bij een server aanmeldt, of
Beveiligd
om uw wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden, of selecteer
en definieert u de volgende geavanceerde instellingen:
IPv4
of
IPv6
als het type internetprotocol. Het internetprotocol definieert hoe gegevens naar en
en
Secundair DNS-adres
Zie 'Wireless LAN (Wireless Local Area Network)', p. 60.
> Verb.beh..
nr., afhankelijk van de instructies van uw serviceprovider.
> Toegangspunten.
Opties
Geavanc. instell.
>
Automatisch
invoeren als de serviceprovider of netwerkoperator dit vereist.
58
Login-script gebruik.
Normaal
om de geavanceerde instellingen te
om het IP-adres van het apparaat te
Netwerktype
IPv4
selecteert.
>
Act.
geg.verb..
Ja
hebt
>
Standaardinst.
om uw

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave