5 Parameters instellen
5.6
Selecteren van de weergavemethode voor het
beoordelingsresultaat en het instellen van
toegestane waarden
De weergaveselectie en tolerantiewaarden voor tolerantiebeoordeling kunnen
worden ingesteld.
Waarden voor tolerantiegrenzen kunnen onafhankelijk worden ingesteld voor
absolute metingen (ABS)/incrementele metingen (INC).
Tips
Ga voor de methode om te schakelen tussen absoluut meten (ABS)/incrementeel meten
(INC) naar
(INC)" op pagina 25 .
5.6.1
Displaymethode instellen
2
Toegestane waarden instellen (bovenste grenswaarde en onderste grenswaarde)
1
Controleer of het meetsysteem waarop de tolerantie beoordelingsfunctie
is toegepast, is geselecteerd.
Tips
Ga voor de methode om te schakelen tussen absoluut meten (ABS)/incrementeel meten
(INC) naar
2
Druk op de [F2]-toets.
»
De tolerantiebeoordelingsfunctie kan worden ingesteld.
"4.1 Absolute meting (ABS)" op pagina 21 en
3
F2
Tolerantiebeoordelingsfunctie UIT
Tolerantiebeoordel-
ingsfunctie AAN
Vergroot display
3
-2
"3.5 Schakelen tussen meetsystemen" op pagina 19.
(Kort indrukken) /
-1
F1
F3
F2
42
"4.2 Incrementele meting
3
-2
F2
Ga naar het
volgende item
Tolerantiebeoordel-
ingsfunctie AAN
Normale weergave
F2
3
-2
(Lang indrukken)
Nr. 99MAH054N