8 Instellingen
U kunt het instellingsmenu openen vanuit de stopmodus (startscherm),
door minstens twee seconden op MENU te drukken.
Aanwijzing
• Druk wanneer u gereed bent met de functie op de stopknop j,
om naar de stopmodus terug te keren. Druk tijdens het uitvoeren
van een functie op de stopknop j, om de procedure zonder
opslaan af te breken en terug te keren naar de stopmodus.
8.1 Opnameinstellingen
8.1.1 Opnamekwaliteit instellen
Met de instellingen voor de opnamekwaliteit legt u het
bestandsformaat en de kwaliteit van de opname vast in de vorm van de
bitsnelheid (bitrate). Hoe hoger de opnamekwaliteit, hoe groter het
bestand is en hoe minder opnames u kunt maken.
1
Druk in stopmodus (startscherm) minstens twee seconden op
MENU.
2
Kies met e de functie MODE.
3
Kies met h / b de gewenste opnamekwaliteit.
24
Instellingen
Op het display wordt het symbool van de gekozen
X
kwaliteitsinstelling weergegeven:
– Hoge kwaliteit,
HQ
Formaat: WAV, 384 kbit/s
– Opnametijd boven het gemiddelde,
SP
Format: WAV, 128 kbit/s
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Druk op de stopknop j, om het menu te verlaten.
Tip
• Druk op de stopknop j, om de procedure zonder opslaan af te
breken en naar de stopmodus terug te keren.
8.1.2 Opname-LED in- en uitschakelen
Met deze functie kunt u de status-LED uitschakelen.
1
Druk in stopmodus (startscherm) minstens twee seconden op
MENU.
2
Kies met e de functie LED.
3
Kies met h/ b, of u de status-LED in- of uit wilt schakelen.
4
Bevestig het met de opnameknop g.
5
Druk op de stopknop j, om het menu te verlaten.
Inhoudsopgave