6
Energiebeheer
Energieapparaten instellen
Standen voor energiebesparing gebruiken
Standaard zijn twee energiebesparende voorzieningen ingeschakeld: de slaapstandvoorziening en de
hibernationvoorziening.
Wanneer de slaapstand wordt ingeschakeld, knippert het aan/uit-lampje en wordt de inhoud van het
scherm gewist. Uw werk wordt opgeslagen in het geheugen. Het beëindigen van de slaapstand bespaart
energie en gaat sneller dan het beëindigen van de hibernationstand. Wanneer de computer in de
slaapstand staat, knippert het aan/uit-lampje. Als de slaapstand gedurende lange tijd geactiveerd is of
als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de slaapstand is geactiveerd, wordt de
hibernationstand geactiveerd.
VOORZICHTIG:
geschreven naar een schijf of een externemediakaart. Zo voorkomt u mogelijke verslechtering van de
audio- of videokwaliteit, verlies van audio- of video-afspeelfunctionaliteit of verlies van gegevens.
OPMERKING:
mogelijk om netwerkverbindingen te maken of de computer te gebruiken.
Slaapstand activeren of beëindigen
Standaard is het systeem zo ingesteld dat de slaapstand wordt geactiveerd als de computer 15 minuten
inactief is geweest en op accuvoeding werkt, of als de computer 30 minuten inactief is geweest en op
een externe voedingsbron werkt.
U kunt de instellingen voor energiebeheer en de wachttijden wijzigen in het onderdeel Energiebeheer
van het Configuratiescherm van Windows®.
Als de computer is ingeschakeld, kunt u op elk van de volgende manieren de slaapstand activeren:
●
Druk op de toets voor de slaapstand.
●
Verschuif de aan/uit-schakelaar en laat deze direct weer los.
●
Sluit het beeldscherm.
●
Klik op Start en vervolgens op de aan/uit-knop.
●
Klik op Start, klik op de pijl naast de knop Afsluiten en klik vervolgens op Slaapstand.
U kunt op elk van de volgende manieren de slaapstand beëindigen:
●
Verschuif de aan/uit-schakelaar en laat deze direct weer los.
●
Als het beeldscherm gesloten is, opent u het beeldscherm.
●
Druk op een toets op het toetsenbord.
●
Activeer het touchpad.
Wanneer de slaapstand wordt beëindigd, gaat het aan/uit-lampje branden en verschijnt uw werk op het
punt waar u bent gestopt met werken.
Activeer de slaapstand of de hibernationstand niet terwijl er wordt gelezen van of
Wanneer de computer in de slaapstand of de hibernationstand staat, is het niet
Energieapparaten instellen
41