• Sostenutopedaal
Alleen de noten van de klaviertoetsen die
aangeslagen worden terwijl dit pedaal ingedrukt
is zullen worden aangehouden totdat het pedaal
wordt losgelaten.
Selecteren van de pedaalfunctie
Een op de PEDAL aansluitingen van de piano
aangesloten pedaal kan werken als een demppedaal
of als een sostenuto pedaal. Bij inschakelen van de
digitale piano is het pedaal aanvankelijk
geconfigureerd voor werking als een demppedaal. U
kunt de volgende bewerking uitvoeren om te kiezen
tussen dempen en sostenuto als effect van het pedaal.
Gebruik de hier onder aangegeven
1
klaviertoetsen om ofwel het demppedaal
ofwel het sostenuto pedaal te selecteren
terwijl u tegelijkertijd de FUNCTION toets
ingedrukt houdt.
Sostenuto
Zacht
L
L
L
L
1
C
C
C
C
2
3
4
Bijstellen van het effect dat
uitgeoefend wordt wanneer het
demppedaal half ingetrapt wordt
(alleen bij de los verkrijgbare SP-30)
U kunt specificeren tot welke mate het dempeffect
uitgeoefend dient te worden wanneer u het
demppedaal half intrapt. U kunt een instelling
specificeren binnen het bereik lopend van 0 (geen
effect) tot 42 (hetzelfde als volledig indrukken).
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
1
druk op één van de hieronder getoonde
klaviertoetsen om het gewenste effect te
specificeren.
L
L
L
L
L
C
C
C
C
1
2
3
4
: Verkleint het effect
: Vergroot het effect
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk
tegelijkertijd op beide toetsen om de instelling
van het volume terug te stellen op de
oorspronkelijke default.
404A-D-011A
L
L
L
L
C
C
C
C
5
6
7
8
L
L
L
L
C
C
C
C
5
6
7
8
Spelen met verschillende tonen
Gebruiken van de ingebouwde
metronoom
U kunt de metronoon gebruiken om de maat te laten
tellen om u te helpen de juiste timing aan te houden.
OPMERKING
• Als u lagen/splitsen wilt gebruiken in combinatie
met de metronoom, druk dan eerst op de RHYTHM
toets zodat de ritme-indicator (onder de toets) gaat
branden.
Druk op de METRONOME toets.
1
• Hierdoor wordt de metronoom gestart.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en
2
druk op één van de hieronder getoonde
klaviertoetsen om te specificeren hoeveel
maatslagen er in één maat zitten.
• De eerste waarde van de maatslag kan ingesteld
worden op een waarde tussen 2 en 6. De bel
(die de eerste slag van de maat aangeeft) klinkt
niet wanneer een waarde 0 gespecificeerd is.
Alle maatslagen worden aangegeven door een
klikgeluid. Deze instelling laat u oefenen bij een
vast maat zonder er over na te hoeven denken
hoeveel maatslagen er in één maat zitten.
Gebruik de TEMPO [
3
terwijl u tegelijkertijd de FUNCTION toets
ingedrukt houdt om het tempo (de snelheid)
van de metronoom te veranderen.
Verlaagt de
tempowaarde
• U kunt ook de klaviertoetsen gebruiken om de
instelling van het tempo te veranderen (pagina
D-10).
Druk nogmaals op de METRONOME toets
4
om de werking van de metronoom uit te
schakelen.
] en [
] toetsen
Verhoogt de
tempowaarde
D-9