Gebruik van de extra voorzieningen
5
Schakel de projectors uit.
6
Verbind de INPUT 1 poort van projector 1 met behulp van een RGB kabel met de RGB poort van de
computer.
(Zie bladzijde
voor nadere bijzonderheden.)
16
7
Verbind de OUTPUT poort van projector 1 met behulp van een RGB kabel met de INPUT 1 poort van
projector 2.
(Zie bladzijde
voor nadere bijzonderheden.)
21
Wanneer de RGB kabel op projector 2 wordt aangesloten, moet de ingangspoort met hetzelfde nummer worden gebruikt
als bij projector 1. (INPUT 1 in dit geval)
8
Verbind de RS-232C OUT poort van projector 1 met behulp van een RS-232C kabel met de RS-232C IN
poort van projector 2.
(Zie bladzijde
voor nadere bijzonderheden.)
20
9
Schakel eerst de projectors in en daarna de computer.
Toepassing
Raadpleeg bij de invoer van meerdere beeldbronnen het onderstaande voorbeeld voor de instelling van de optie "Input
instellen".
RGB kable
Computer 1
RGB kable
Computer 2
DVD videospeler
Videokable
Projector 2 (Slave)
Projector 1 (Master)
Input instellen
INGANG1
ON
INGANG2
ON
INGANG3
OFF
ON
INGANG4
OFF
INGANG5
INGANG1
INGANG2
UITGANG
INGANG4
RGB kable
Verdeler
INGANG1
INGANG4
Input instellen
INGANG1
ON
INGANG2
OFF
OFF
INGANG3
ON
INGANG4
OFF
INGANG5
Projector 1
RS-232C OUT
RS-232C kable
RS-232C IN
Projector 2
Stack Instelling
Master
Stack Instelling
Slave
NL-60