Inhoudsopgave
Advertenties
U kunt 2 verschillende alarmtijden instellen om uzelf eraan te herinneren dat u de meting moet uit-
voeren. Om het alarm in te stellen, gaat u als volgt te werk:
• Alarm 1
wordt op het display weergegeven,
1
alarm 1 geactiveerd (
• Als alarm 1 gedeactiveerd is (
• Als alarm 1 geactiveerd is, knipperen de uren op het display. Selecteer het gewenste uur met de
functietoetsen / en bevestig met M2. De minuten knipperen op het display.
• Selecteer de gewenste minuut met de functietoetsen / en bevestig met M2.
• Alarm 2
wordt op het display weergegeven,
2
• Ga te werk zoals bij alarm 1 om alarm 2 in te stellen.
U kunt Bluetooth
• Gebruik de functietoetsen / om te selecteren of automatische gegevensoverdracht via Bluetooth
geactiveerd (Bluetooth
knippert).
• Bevestig uw instelling door op de toets M2 te drukken.
Overdracht via Bluetooth
U kunt kiezen uit vier verschillende ECG-meettijden (30 seconden, 60 seconden, 90 seconden en
120 seconden). Ga als volgt te werk om de ECG-meettijd in te stellen:
• Selecteer de gewenste ECG-meettijd met behulp van de functietoetsen / en bevestig met M2.
• De bloeddrukmeter schakelt zichzelf automatisch uit.
7. Gebruik (bloeddruk)
Algemene regels bij het zelf meten van de bloeddruk
• Om een zo zinvol mogelijk profiel te genereren over de ontwikkeling van uw bloeddruk en om de vergelijk-
baarheid van de gemeten waarden te garanderen, moet u uw bloeddruk regelmatig en altijd op dezelfde
tijdstippen van de dag meten. Het wordt daarbij aanbevolen de bloeddruk twee keer per dag te meten:
een keer in de ochtend nadat u bent opgestaan en een keer in de avond.
• De meting moet altijd in fysieke rusttoestand uitgevoerd worden. Vermijd daarom metingen op stressvolle
momenten.
• Voer geen meting uit binnen 30 minuten nadat u heeft gegeten, gedronken, gerookt of gesport.
• Rust voorafgaand aan de eerste bloeddrukmeting altijd 5 minuten uit!
• Als u vervolgens nog meer metingen na elkaar wilt uitvoeren, moet tussen de afzonderlijke metingen tel-
kens minstens 1 minuut rust worden gehouden.
• Herhaal de meting wanneer u twijfelt over de gemeten waarden.
knippert) of gedeactiveerd (
), schakelt u automatisch over naar het instellen van alarm 2.
®
in- of uitschakelen. Ga als volgt te werk:
®
gaat branden,
®
verkort de levensduur van de batterij.
of
knippert. Kies met de functietoetsen / of
knippert) moet worden en bevestig met M2.
of off knippert.
knippert) of gedeactiveerd is (Bluetooth
12
®
®
gaat branden,
Advertenties
Inhoudsopgave
