Display en bedieningselementen
Display
■ Toont symbolen en tekst
Nieuwe toestanden zoals een oproep bij afwezigheid, een nieuw bericht of geactiveerde func-
ties (bvb. Omleiden) worden gesignaleerd op het display in de rusttoestand door een symbol of
een displaytekst. Je kan dan de relevante Foxtoetsen gebruiken om de informatie op te roepen.
>>
Einde
Toetsenbord
■ Druk op een toets
Een toets kan verschillende functies hebben, afhankelijk van de situatie en de werkstand. Het
activeren van een functie is afhankelijk van hoeveel keer de toets is ingedrukt of te snel is inge-
drukt of ingedrukt is gehouden. Hier zijn enkele voorbeelden:
<lang>
<2x kort>
■ Bij het gebruik van de Foxtoets
De Fox toets heeft verschillende functies. Deze functies worden weergegeven boven de toets.
Verschillende contacten worden opgeslagen onder de brede Foxtoets, wat betekent dat je pre-
cies moet drukken juist onder de functie die je wil.
D i t d o c u me n t wo r d t u a a n g e b o d e n d o o r T e l e c o mH u n t e r . D é z a k e l i j k e T e l e c o m we b s h o p .
T 0 8 8 7 4 6 3 4 4 4 | @ s a l e s @T e l e c o mH u n t e r . n l | www. T e l e c o mH u n t e r . n l
14
Als er meer Foxtoetsen beschikbaar zijn:
Druk de
>>
Foxtoets.
Opvragen gedetailleerde informatie:
Druk de rechtse navigatietoets.
Functie geactiveerd:
De geactiveerde functie of geselecteerde setting is aangeduid door een teken.
Verwijderen van de displaytekst:
Druk de
Einde
Foxtoets.
➞
Het display komt terug in rusttoestand; de functie blijft geactiveerd.
Druk op de Fox toets.
Hou de Foxtoets ingedrukt voor ongeveer 2 seconden.
Druk tweemaal kort achter elkaar.
Druk op de Foxtoets juist onder de aanduiding van de functie die je wil.