Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Luchtkanaal Aan Beide Zijden; Luchtaansluiting; Basisregels; Circulatieluchtbedrijf - Wolf FHS-180-S-230V-e2-M2 Bedieningshandleiding

Warmwater-warmtepompen
Inhoudsopgave

Advertenties

3 Installatie

3.3 Luchtaansluiting

3.3.1 Basisregels

Lucht is de kosteloze energiebron van de warmtepomp. De WP
onttrekt warmte-energie uit de lucht. Bijgevolg werkt de WP
efficiënter als de luchttemperatuur hoger is. Nadat energie uit de
lucht onttrokken is, stroomt er gekoelde en ontvochtigde lucht uit
de WP.
Dit werkingsprincipe kan bijzonder efficiënt worden toegepast
wanneer het mogelijk is de lucht uit ruimten met afvalwarmte
(wasruimte, grage, kelder) aan te zuigen en die in ruimten af te
geven die gekoelde en ontvochtigde lucht nodig hebben (bijv.
opslagruimten).
Als bijvoorbeeld lucht direct op de opstelplaats in de technische
ruimte wordt aangezogen, dan kan die via een leiding aan één
zijde naar een naastliggende ruimte worden afgevoerd. Welke
ook de plaats van aanzuiging is, er moet worden voor gezorgd
dat deze voldoende verlucht is en dat er voldoende lucht naartoe
kan stromen. De WP heeft een luchtdebiet van 180 tot 250 m³/h
(minimaal 100 m
/h). Deze hoeveelheid lucht moet kunnen worden
3
aangevuld, omdat de warmtepomp anders een onderdruk in het
gebouw kan veroorzaken. Wij gaan daarbij uit van een volume van
de aanzuigruimte van minstens 20 m³.
Vereisten aan de toevoerlucht
De aangezogen lucht moet stof- en vetvrij zijn.
In circulatiebedrijf moet de opstelruimte een oppervlakte
van minstens 7m² en een volume van minstens 20 m³ hebben.
De opstelruimte moet zodanig worden geventileerd dat
het vereiste luchtdebiet (180 m³/h) gegarandeerd is.
Dat geldt op analoge wijze ook voor de aanzuiging uit
naastliggende ruimten.
In het geval van aansluiting op luchtkanalen is het vereiste
luchtdebiet 250 m³/h.
De temperatuur van de toevoerlucht moet tussen +5°C en
+35 °C liggen.
3.3.2 Circulatiebedrijf
In deze configuratie wordt de lucht uit de opstelruimte aangezogen
en daar weer uitgeblazen.
Zorg ervoor dat er tussen de WW-WP en het plafond een afstand
van minimaal 200 mm is. Anders kan een kortsluitstroming van de
lucht optreden, waardoor het rendement daalt.
9148388_202204

3.3.3 Luchtkanaalbedrijf

Leidingen aan één of twee zijden kunnen het rendement verhogen.
Zorg ervoor dat het ventilatortoerental op "hoog" ingesteld staat.
De luchtkanalen moeten diffusiedicht worden geïsoleerd om
vochtvorming door condensatie te verhinderen. De aansluiting
is ontworpen voor buizen van ø160mm. Om een toereikende
luchttoevoer te garanderen moeten volgende regels in acht worden
genomen: De totale lengte van de luchtkanalen (luchttoevoer
en luchtafvoer) mag bij ø160mm niet hoger zijn dan 7m. Zorg er
ook voor dat de luchtkanalen trillingsvrij bevestigd worden omdat
anders hinderlijke vibraties op de bouwstructuur kunnen worden
overgedragen. Voor een uitermate geluidsarme werking kan een
speciale geluidsdemper worden toegevoegd.
3.3.3.1 Leiding aan één zijde
Bij een leiding aan één zijde wordt ofwel de aanzuiglucht ofwel de
afvoerlucht met andere ruimten of met de buitenschil verbonden.
Op deze manier kan de lucht met de hoogste warmte-inhoud als
toevoerlucht worden gebruikt, of de eigenschap van ontvochtiging
en afkoeling worden benut.

3.3.3.2 Leidingen aan beide zijden

In het geval van leidingen aan beide zijden wordt in de regel
buitenlucht als luchtbron gebruikt. In deze configuratie moet het
ventilatortoerental "hoog" worden geselecteerd.
Andere combinaties met luchttoevoer van buiten of van
naastliggende ruimten, alsook luchtafvoer naar buiten of naar
naastliggende ruimten zijn courant.
De WW-WP kan ook aan het leidingenstelsel van het
ventilatiesysteem in de woning worden aangesloten.
Let er in dit geval op dat de luchtstroom uit het ventilatiesysteem
moet voldoen aan de vereisten van de WW-WP. De luchtstroom
kan ook wanneer de WP niet in werking is constant worden
onderhouden met een te kiezen snelheid.
WOLF GmbH | 17
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave