1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
1
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaam-
heden mee te rijden op de machine.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het stu-
ur- en remvermogen van de machine.
Let daarop tijdens de werkzaamheden.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
veegmachine.
Controleer voor het starten de directe
omgeving van de machine. Let daarbij
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Tijdens veegwerkzaamheden kunnen
stenen en dergelijke wegspringen. Per-
sonen en dieren mogen zich niet in de
gevarenzone bevinden. Let op dat voer-
tuigen (vooral de ramen) en andere ob-
jecten niet beschadigd worden.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd wordt.
4
Aanbouw-Veegmachine agria 2294
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer het aanbouwwerktuig gede-
monteerd is, dient de aftakas met de
beschermplaat te worden afgedekt.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
veegmachine die afstand van de machi-
ne in acht, waartoe u door de stuurstang
gedwongen wordt, vooral bij het nemen
van bochten!
Het is niet toegestaan, tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer de borstelwals of het aan-
bouwwerktuig vastzit, moet de motor
worden afgezet en dient de borstelwals
of het aanbouwwerktuig met passend
gereedschap te worden schoonge-
maakt.
Indien de veegmachine of het aanbouw-
werktuig beschadigd is, moet de machi-
ne onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!