Upgraden en migreren
Als de spleet ongelijkmatig is, voert u een van de volgende handelingen uit:
a
Om de spleet bovenaan te verhelpen, draait u de zijwielen van de finisher rechtsom.
b
Om de spleet onderaan te verhelpen, draait u de zijwielen van de finisher linksom.
17
Sluit de netsnoeren aan op de finisher en de printer en vervolgens op een goed geaard stopcontact.
LET OP: RISICO OP LETSEL: Om het risico op elektrische schokken of brand te voorkomen, moet u
het netsnoer rechtstreeks aansluiten op een geaard stopcontact dat zich dicht in de buurt van het
product bevindt en dat gemakkelijk toegankelijk is.
LET OP: RISICO OP LETSEL: U mag dit product niet gebruiken met verlengsnoeren, stekkerdozen,
verdelers of UPS-apparaten. De vermogenscapaciteit van dit soort accessoires kan door een
laserprinter eenvoudig worden overschreden, wat kan leiden tot slechte printerprestaties, schade
aan eigendommen of brand.
18
Zet de printer aan.
Voeg de finisher handmatig toe in het printerstuurprogramma om deze beschikbaar te maken voor
afdruktaken (indien nodig).
LET OP: KNELGEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van de aangegeven gebieden tijdens
afdruktaken die gebruikmaken van de finisher voor nieten op meerdere plaatsen/perforatiefinisher.
Zo voorkomt u dat u bekneld raakt en verwondingen oploopt.
Software
De printersoftware installeren
Opmerkingen:
•
De printerdriver is opgenomen in het software-installatiepakket.
•
Voor Macintosh-computers met MAC OS X versie 10.7 of later hoeft u geen driver te installeren om af te
drukken op een AirPrint-compatibele printer.
1
Verkrijg een exemplaar van het software-installatiepakket.
•
Vanaf de software-cd die bij uw printer is geleverd.
•
Ga naar
http://support.lexmark.com
2
Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het beeldscherm van de computer.
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen
Voor Windows-gebruikers
1
Open de printermap.
2
Selecteer de printer die u wilt bijwerken, en voer dan een van de volgende handelingen uit:
•
Voor Windows 7 of latere versies, kies Printereigenschappen.
•
Voor eerdere versies, kies Eigenschappen.
en selecteer vervolgens uw printer en besturingssysteem.
288