Algemeen
Inhoudsopgave
Algemeen
Garantie, veiligheidsvoorschriften . . . .
Belangrijkste normteksten . . . . . . . .
Beschrijving brander, verpakking . . . .
Technische gegevens
Plaatsruimte om de brander
en afmetingen . . . . . . . . . . . . . .
Vermogenscurven . . . . . . . . . . . .
Voornaamste bestanddelen . . . . . . .
Installatievoorschriften
Montage . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gasaansluiting . . . . . . . . . . . . . .
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . .
Inbedrijfstelling
Voorafgaande controle
. . . . . . . . .
Afstelling . . . . . . . . . . . . . . . 6 tot 8
Programma regel- en veiligheidsblok . .
Aansteken . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Preventief onderhoud . . . . . . . 11
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . 12
2
Garantie
Het installeren alsmede het in bedrijf
stellen dienen vakkundig door een monteur
uitgevoerd te worden. Deze dient zich te
2
houden aan de geldende voorschriften
3
alsmede aan de in deze handleiding
3
aangeduide aanwijzingen. Indien deze
bepalingen niet of gedeeltelijk niet
nageleefd worden, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld.
3
4
Veiligheidsvoorschriften
4
De brander is ontworpen voor installatie op
een ketel die is aangesloten op een in
goede staat verkerend rookkanaal. De
5
brander moet gebruikt worden in een ruimte
5
waarin de toevoer van verbrandingslucht
5
voldoende en de afvoer van rookgassen
mogelijk is. De schoorsteen dient - met
name wat betreft de afmeting -te voldoen
6
aan de geldende normen en reglementering
en geschikt te zijn voor de toegepaste
9
brandstof. De vereiste stroomspanning voor
het branderautomaat en de toegepaste
beveiligingsafsluiters bedraagt
230 VAC
+10
50Hz
±1
waarbij er een op de
-15
aardleiding aangesloten nulleiding
geïnstalleerd dient te zijn. Indien het net
geen nulleiding heeft, dan dient er in het
elektrische voedingscircuit van de brander
een scheidingstransformator te worden
geplaatst, voorzien van de vereiste
beveiligingen (smeltveiligheid en 30 mA
differentiaaluitschakelaar).
0003 / 13 005 596B
De brander moet van het net gescheiden
kunnen worden met behulp van een
veelpolige scheidingsschakelaar die aan
de geldende normen voldoet.
Het onderhoudspersoneel dient op alle
terreinen met de grootst mogelijke
voorzichtigheid te werk te gaan en dient
vooral ieder direct contact te vermijden
met niet warmteafsluitend geïsoleerd delen
en met elektrische circuits.
De elektrische delen van de brander niet
met water in aanraking doen komen. In
geval van brand, overstroming, gaslekkage
of abnormaal functioneren (verdachte
geuren of geluiden enz. ...), de brander
stopzetten, de stroomtoevoer uitschakelen
en de gastoevoer afsluiten.
Onmiddellijk een monteur waarschuwen.
De vuurhaard en toebehoren, de
rookkanalen, alsmede de
verbindingsstukken, dienen ten minste
jaarlijks en voorafgaand aan het in bedrijf
stellen van de gasbrander onderhouden,
gereinigd en doorgeblazen te worden.
Hierbij dienen de desbetreffende geldende
normen in acht worden genomen.
103B Handbediening van de luchtregelklep
pL
Luchtdrukmeetnippel
3
Verbindingsflens voor gasverdeelleiding
T1
Onstekingstransformator
5
Vier schroeven voor toegang tot de plaat
6
Kenplaatje (2 plaatsen)
7
Ophangvoorziening plaat
8
Carter (slakkenhuis naar onder)
113
Luchthuis
M1
Ventilatiemotor
F6
Luchtdrukschakelaar
A1
Branderautomaat
B1
Ionisatiestaaf
GP
Propaangasafsluiting
15
Afstelling gastoevoerleiding
16
Kap
17
Reset-knop (rood) branderautomaat.