24
NVR‐serie verticale reciprocators
P/N 7169456_02
Monteren van de riem
1. Indien van toepassing, leg dan de oude riem plat en horizontaal op de
vloer naast de nieuwe riem. Breng de merkstrepen over van de oude
riem naar de nieuwe riem.
2. Zie afbeelding 9. Doe het volgende:
a. Steek de riem (2) in de onderste riemhouder aan de
contragewichtendrager (7).
b. Controleer of de riem gecentreerd is t.o.v. de zijkanten en gegrepen
wordt door de 8 tanden in de riemhouder. Controleer of de riem
uitsteekt boven de bovenrand van de onderste riemhouder. Draai de
schroeven (4) aan tot 20 N•m (180 in.‐lb).
3. Haal de riem (2) rondom de onderste poelie (9), tussen de pistoolslede
(10) en de riemhouder aan de contragewichtslede (12) en rondom de
bovenste poelie (1).
4. Doe het volgende:
a. Draai de spannermoeren (3) los aan de bovenzijde van de
contragewichtendrager (6), totdat deze gelijk komen met de
bovenzijde van de draadstangen.
b. Steek de riem (2) in de bovenste riemhouder aan de
contragewichtendrager (5).
c. Controleer of de riem (2) gecentreerd is t.o.v. de zijkanten en
gegrepen wordt door de 8 tanden in de riemhouder (5). Controleer of
de riem niet uitsteekt tot onder de onderrand van de riemhouder.
Draai de schroeven (4) aan tot 20 N•m (180 in.‐lb).
d. Controleer of de riem gecentreerd is t.o.v. de zijkanten van de
bovenste en onderste poelies, zoals getoond in afbeelding 9. De
riem ligt gecentreerd wanneer de afstand tussen de zijkant van de
poelie en de rand van de riem aan beide zijden gelijk is.
5. Stel de riemspanning af. Zie de procedure Afstellen van de
riemspanning.
6. Controleer of de riem gecentreerd ligt t.o.v. de zijkanten van de
riemhouder (12) aan de achterkant van de pistoolslede (10). Draai de
riemklembevestigingsschroeven (11) aan tot 14 N•m (120 in.‐lb).
7. Zie afbeelding 8. Verwijder de moeren (10) en de borgringen (11) van de
T‐bouten (12).
8. Verwijder de schroeven (16) en de borgringen (15) waarmee de
vergrendelarm (9) is vastgezet aan de contragewichtendrager (7).
PAS OP: Wanneer u de pistolen en de pistoolsteun monteert, zijn de
pistoolslede en het contragewicht niet langer in balans. Zet de pistoolslede
vast om te voorkomen dat deze onverhoeds omlaag beweegt.
9. Monteer de pistoolsteun en de pistolen aan de pistoolslede.
10. Steek het juiste aantal contragewichtplaten (8) in de
contragewichtendrager (7) om de pistoolslede in balans te brengen.
11. Monteer de zijtoegangspanelen (3A, 3B, 4A, 4B) en de encoderkap (5)
met gebruik van de ringen (2) en de schroeven (1). Zet de
schroeven goed vast.
E 2011 Nordson Corporation