22
NVR‐serie verticale reciprocators
Vervangen van de riem
P/N 7169456_02
Hanteer de volgende procedure om de riem te vervangen.
De riem verwijderen
1. Zet de pistoolslede en de contragewichtendrager vast. Zie de procedure
Vastzetten van pistoolslede en contragewichtendrager.
2. Zie afbeelding 9. Markeer de riem als volgt:
a. Zet een streep op de bovenste riemhouder (5) en zet het woord
BOVEN op de riem.
b. Zet een streep op de onderste riemhouder (7) en zet het woord
ONDER op de riem.
c. Zet twee strepen onderaan en bovenaan op de
pistoolsledehouderklem (12) en zet de woorden BOVEN en ONDER
op de riem.
3. Draai de spannermoeren (3) los aan de bovenkant van de
poelieriemhouder (13).
4. Draai de schroeven (11) los waarmee de riemklemhouder (12) is
vastgezet aan de pistoolslede (10).
5. Doe het volgende:
a. Draai de schroeven (8) los waarmee de riem (2) is vastgezet aan de
onderste riemhouder (7).
b. Draai de schroeven (4) los waarmee de riem is vastgezet aan de
bovenste riemhouder (5).
c. Verwijder de riem (2) uit de riemhouders.
6. Haal de riem (2) van de poelies (1, 9). Verwijder de riem tussen de
pistoolslede (10) en de riemklem‐houder (12) aan de slede.
7. Inspecteer de bovenste en onderste poelies (1, 9) op schade of slijtage.
Vervang de poelies indien nodig. Raadpleeg indien vereist de
vervangingsprocedures voor de betreffende poelie.
E 2011 Nordson Corporation