Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Condensafvoer; Minimaal Volume En Uitvoering Van De Cv-Installatie - Bosch NEFIT EnviLine A/W Monoblock ODU 5s Installatie-Instructie

Lucht-waterwarmtepomp
Inhoudsopgave

Advertenties

4 | Installatievoorbereiding
4.2

Condensafvoer

Condens via een vorstvrije, eventueel van tracing voorziene afvoer van
de warmtepomp afvoeren. De afvoer moet voldoende helling hebben,
zodat water niet in de afvoerleiding kan blijven staan.
Het condens kan in een kiezelbed, een steenbak of in een regenwateraf-
voer worden geleid.
Afb. 11 Condensafvoer in grindbed
[1]
Betonfundering
[2]
Enkel 300 mm
[3]
Condensafvoerbuis 32 mm
[4]
Kiezelbed
4.3

Minimaal volume en uitvoering van de cv-installatie

Om de warmtepompfunctie te waarborgen en overmatig veel start/stop-
cycli, een onvolledige ontdooiing en onnodige alarmen te voorkomen,
moet in de installatie voldoende energie kunnen worden opgeslagen. De
energie wordt enerzijds in de waterhoeveelheid van de cv-installatie en
anderzijds in de installatiecomponenten (radiatoren) en in de betonnen
vloer (vloerverwarming) opgeslagen.
Omdat de eisen voor verschillende warmtepompinstallaties en cv-instal-
laties sterk variëren, wordt over het algemeen geen minimum-watervolu-
10
1
2
3
4
me opgegeven. In plaats daarvan wordt het installatievolume als
voldoende beschouwd, wanneer aan bepaalde voorwaarden is voldaan.
Vloerverwarming zonder buffervat
In de grootste ruimte (referentieruimte) moet in plaats van een kamer-
thermostaat een kamertemperatuurgestuurde regelaar zijn geïnstal-
leerd. Kleine vloeroppervlakken kunnen tot gevolg hebben, dat in de
slotfase van het ontdooiproces de bijverwarming wordt geactiveerd.
2
• ≥ 6 m
vloeroppervlak nodig voor warmtepomp 5s – 9s.
2
• ≥ 22 m
vloeroppervlak nodig voor warmtepomp 13t – 17t.
Voor maximale energiebesparing en om het bijverwarmen te vermijden,
wordt de volgende configuratie geadviseerd:
2
• ≥ 30 m
vloeroppervlak voor warmtepomp 5s – 9s.
2
• ≥ 100 m
vloeroppervlak voor warmtepomp 13t – 17t.
Installatie met radiatoren zonder mengmodule en buffervat
Wanneer de installatie slechts enkele radiatoren bevat, bestaat de moge-
lijkheid, dat in de slotfase van het ontdooiproces de bijverwarming wordt
geactiveerd. De radiatorthermostaten moet volledig geopend zijn.
• ≥ 1 radiator met 500 W nodig voor warmtepomp 5s – 9s.
• ≥ 4 radiatoren met elk circa 500 W nodig voor warmtepomp 13t –
17t.
Voor maximale energiebesparing en om het bijverwarmen te vermijden,
wordt de volgende configuratie geadviseerd:
• ≥ 4 radiatoren met 500 W nodig voor warmtepomp 5s – 9s.
Cv-installatie met vloerverwarming en radiatoren in gescheiden cv-
circuits zonder buffervat
In de grootste ruimte (referentieruimte) moet in plaats van een kamer-
thermostaat een kamertemperatuurgestuurde regelaar zijn geïnstal-
leerd. Kleine vloeroppervlakken of weinig radiatoren in de installatie
kunnen tot gevolg hebben, dat in de slotfase van het ontdooiproces de
bijverwarming wordt geactiveerd.
• ≥ 1 radiator met 500 W nodig voor warmtepomp 5s – 9s.
• ≥ 4 radiatoren met elk circa 500 W nodig voor warmtepomp 13t –
17t.
Voor de vloerverwarming is geen minimaal vloeroppervlak nodig, om
echter bijverwarming te vermijden en een optimale energiebesparing te
bereiken, moeten andere verwarmingsthermostaten of meerdere ventie-
len van de vloerverwarming minimaal deels zijn geopend.
Alleen gemengde cv-circuits
In cv-installaties, die alleen uit cv-circuits met mengmodule bestaan, is
altijd een buffervat nodig.
• Benodigde volume voor warmtepomp 5s – 9s = ≥ 50 liter.
• Benodigde volume voor warmtepomp 13t – 17t = ≥ 100 liter.
Alleen ventilatorconvectors
Om te voorkomen, dat in de slotfase van het ontdooiproces de bijverwar-
ming wordt geactiveerd, is een buffervat met ≥ 10 l nodig.
EnviLine A/W Monoblock • 6721818669 2019/12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave