WAARSCHUWING
Voordat u met de A2 trimixduiken gaat maken,
moet u recreatieve duiken binnen de nultijden
met de Galileo maken, zodat u aan de interface
en de functies van de duikcomputer kunt
wennen.
4.16.1
Absolute minimale diepte en
en maximale duikdiepte
De
absolute
en
maximale
worden berekend op basis van het
zuurstofpercentage in het mengsel. De
ppO
die door de gebruiker wordt ingesteld,
2
wordt gedeeld door de fractie zuurstof. De
uitkomst is de druk, die naar diepte wordt
geconverteerd. De duikdiepte (MOD) geldt
voor alle gassen. De diepte (AMD) is alleen
van toepassing op een gasmengsel dat
minder zuurstof bevat dan lucht.
F
OPMERKING: lucht (21/0) levert een
andere MOD op dan bijvoorbeeld
trimix 21/10. Dat komt omdat de
A2 een meer nauwkeurige waarde
van het percentage zuurstof in lucht
hanteert, namelijk 20,7%.
WAARSCHUWING
Als u op hoogte met hypoxische mengsels wilt
duiken, moet u eerst goed acclimatiseren. De
aanpassing aan een lager ppO
traag proces omdat het lichaam meer rode
bloedcellen moet produceren. Hoeveel tijd dit
kost, verschilt per persoon en kan niet direct
worden berekend. Desaturatie als gevolg van
de drukdaling als u op hoogte komt, is een
andere factor die meespeelt (zie 4.9 Duiken
op hoogte).
4.16.2
Gaskeuze
Bij technische duiken, in het bijzonder
wanneer gebruik wordt gemaakt van
trimixmengsels, is goede decompressie
uitermate belangrijk. Ademgasmengsels
met een hoog percentage helium en een
laag zuurstofgehalte zijn niet erg geschikt
voor decompressie.
76
minimale
diepte
(AMD)
duikdiepte
(MOD's)
-niveau is een
2
Om een voorbeeld te geven: bij gebruik
van lucht of nitrox als bodemgas zijn
twee
decompressiemengsels
voldoende. Maar in het geval van trimix zijn
meer decompressiemengsels nodig.
De PMG-functie moet dan ook samen
met trimix worden ingeschakeld zoals
aangegeven onder 4.15 Duiken met
meerdere gasmengsels. Dat geldt ook
voor trimixduiken.
Fles 1 is altijd het gas waarmee u de duik
begint. Wanneer u meer dan één fles heeft
ingesteld, kunt u tijdens de duik handmatig
een gaswissel doorvoeren of op het
moment dat de A2 dit aangeeft.
De minimale O
-instelling voor fles T1 is
2
18%. Dit heeft te maken met de beperking
dat een duik moet beginnen met gas 1.
Om het lichaam adequaat van zuurstof te
voorzien moet het gas dat aan het begin van
de duik wordt gebruikt, voldoende zuurstof
bevatten (u kunt een travelmix of één van
de decompressiegassen gebruiken) zoals
is vereist voor fles 1.
De minimale O
-instelling voor de andere
2
flessen is 8%.
WAARSCHUWING
Als u zich aan de oppervlakte of op geringe
diepte zwaar inspant terwijl u een ademgas
met minder dan 21% zuurstof ademt, kunt u
buiten bewustzijn raken en verdrinken.
WAARSCHUWING
Een kleinere fractie zuurstof kan leiden tot
een grotere MOD. De duikcomputer kan niet
beoordelen of u voldoende vaardigheden
beheerst en ervaring en conditie heeft om op
de berekende MOD te duiken. Duik maximaal
tot de diepte waarvoor u bent opgeleid.
De A2 berekent de maximaal mogelijke
fractie helium door het zuurstofpercentage
van 100% af te trekken.
WAARSCHUWING
Helium beperkt weliswaar het narcotische
effect van het mengsel, maar heft het niet op.
Op grote diepte kan helium ook HPNS (High
Pressure Nervous Syndrome) veroorzaken.
meestal
A2 GEBRUIKERSHANDLEIDING