12.3.2.1.2.13
Type Modbus
12.3.2.1.2.13.1 Het sensortype kiezen en activeren
Eerste stap: kies een vrij sensorkanaal
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1
Tweede stap: Type Modbus kiezen
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1 Type-tekstvak Modbus
Derde stap: met
OK
bevestigen
Nu kunt u een
Naam
(zie hoofdstuk 7.3.2.1.2.7 Tekstvakken labelen en
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1 Pijl rechts (2e blad) Va use
12.3.2.1.2.13.2 Algemene Modbus instellingen
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1 Pijl rechts (2e blad) Modbus instellingen ID-
tekstvak
®
METPOINT
BDL portable
Bediening METPOINT® BDL portable
instellen)
Via Modbus kunnen er tot 8 registerwaarden
(uit input of holding registers) van de sensor
worden uitgelezen.
Keuze met de ruiters
Va
m.b.v. de betreffende
User
Hier wordt de voor de sensor vastgelegde
Modbus ID
aangegeven, geoorloofde waar-
den zijn
1 –
247, (bijv. in dit geval
ID = 12)
Voorts moeten ook de seriële overdrachtin-
stellingen
Baudrate, Stopbit, Pariteitsbit en
Timeout
tijd worden vastgelegd.
Als de BDL portable is aangesloten op het
einde van de bus, dan kunt met de Term-
knop een termijn activeren.
Een
BIAS
moet eigenlijk altijd van de BUS-
master komen, maar desgewenst kunt u
met de
Bias
knop een BIAS inschakelen
Bevestiging met
OK.
Reset naar standaardinstelling gebeurt met
knop
Standaardwaarden.
Kijk voor het instellen van de Modbus ID en
voor de overdrachtsinstellingen in de data
sheet.
invoeren.
–Vhen activering
knop.
Modbus
43