Bediening METPOINT® BDL portable
12.3.2.1.2.2 De meetgegevens aanduiden en de afronding van de cijfers achter de komma bepalen
Opmerking:
De
afronding
van de cijfers achter de komma,
Werktuigknop:
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1 Werktuigknop
Zie hoofdstuk 7.3.2.1.2.7 Tekstvelden labelen en instellen
12.3.2.1.2.3 Meetgegevens optekenen
Hoofdmenu Instellingen Sensorinstelling C1 Optekenknop
Wees voorzichtig:
Voordat de geselecteerde meetgegevens worden opgetekend, moet de datalogger worden geacti-
veerd na het voltooien van de instellingen
30
korte naam
en
waardenaam
Voor de op te tekenen
naam
met 10 tekens worden ingevoerd om
deze later in de menupunten
Grafiek/huidige waarden
kunnen identificeren.
Anders is de aanduiding bijv. C1a.
C1
is de kanaalnaam en
waarde in het kanaal,
cde derde.
De
afronding
van de cijfers achter de kom-
ma is eenvoudig in te stellen door rechts en
links in te drukken (0 tot 5 cijfers achter de
komma).
Met de Opteken-knoppen worden de meetge-
gevens geselecteerd die bij een geactiveerde
datalogger worden bewaard.
(Siehe Kapitel
7.3.2.1.3.2 Loggerinstelling (datalogger))
vindt u onder de werktuigknop!
waarde
kan een
Grafiek
en
gemakkelijker te
a
de eerste meet-
b
is dan de tweede en
.
®
METPOINT
BDL portable