Installatie- en gebruiksaanwijzing Inhoud 1. Informatie met betrekking tot veiligheid ......................4 1.1. Pictogrammen en symbolen ........................4 1.1.1. In deze documentatie .................................4 1.1.2. Aan het apparaat .................................4 1.2. Signaalwoorden ............................4 1.3. Veiligheidsvoorschriften ......................... 5 1.4. Transport en opslag ..........................6 1.5.
Pagina 3
Installatie- en gebruiksaanwijzing 5. Inbedrijfstelling ............................24 6. Werking en configuratie ..........................24 6.1. Aanduidingen in bedrijf ........................24 6.2. Instellingenmenu ..........................25 6.3. Sensor Setup ............................25 6.3.1. Invoer binnendiameter buis ............................26 6.3.2. Invoer / wijziging van de verbruikstellerstand ......................26 6.3.3.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 1. Informatie met betrekking tot veiligheid 1.1. Pictogrammen en symbolen 1.1.1. In deze documentatie Algemene voorschriften Installatie- en gebruiksaanwijzing respecteren Algemeen symbool voor gevaar ( gevaar, waarschuwing, voorzichtig) Algemeen symbool voor gevaar ( gevaar, waarschuwing, voorzichtig) voor netspanning en onderdelen die onder spanning staan 1.1.2.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 1.3. Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Uittreden van perslucht Risico op ernstig letsel of dood door contact met snel en plots ontsnappende perslucht of door lekkende of onbeveiligde installatieonderdelen. • Voer nooit werkzaamheden voor montage, installatie of onderhoud uit wanneer er onderdelen onder druk staan.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 1.4. Transport en opslag Ondanks alle zorg kan transportschade niet worden uitgesloten. Daarom moet het apparaat worden gecontroleerd na het transport en het verwijderen van het verpakkingsmateriaal voor eventuele transportschade. Eventuele schade moet onmiddellijk aan het transportbedrijf, aan BEKOTECHNOLOGIES GmbH of hun vertegenwoordigers worden gemeld. VOORZICHTIG Schade tijdens transport en opslag Door ondeskundig transport, opslag of het gebruik van onjuiste hefmiddelen kan schade aan het...
FLM wordt overwegend ingezet in persluchtinstallaties,op verzoek van de klant kan de sensor door ® BEKO TECHNOLOGIES GmbH ook op andere gassen worden geprogrammeerd: stikstof • Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke zones en in zones met een bijtende atmosfeer •...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2. Productinformatie 2.1. Leveromvang In de tabel hiernaast vindt u de componenten die met de METPOINT FLM worden meegeleverd. ® Benaming Afbeelding Kalibratiecertificaat Aansluitkabel (5-aderig) 2.2. Typeplaatje Het typeplaatje bevindt zich op de behuizing. Dit bevat alle belangrijke gegevens van de METPOINT FLM Deze dienen ®...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2.3. Productoverzicht en omschrijving 2.3.1. Identificatie gebaseerd op het product Nominale diameter van het meetgedeelte (R) Versie met LED Interface: RS485 bedrijfsdruk: 16 bar SensorFlow (Modelomschrijving) FlowMeasurement (Productomschrijving) METPOINT SF13 ®...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2.3.2. Productomschrijving De thermische massa flowmeter METPOINT FLM meet de actuele volumestroom en levert daarmee de gegevensbasis voor een ® intelligent energiebeheer. Men herkent besparingspotentieel, eventuele overbelasting of fouten in de werking vaststellen en kunt het systeem optimaal dimensioneren. Het toekennen van het verbruiksaandeel aan productie-eenheden vormt de basis voor op feiten gebaseerde beslissingen.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2.4. Bedienings- en indicatie-elementen 2.4.1. Versie met display METPOIN T F LM ® Aansluitstekker A FLOW MEASURING 395,38 160515 Aansluitstekker B HW:1.00 SW:1.00 INDICATIE Verdere informatie Kijk voor verdere bediening „Werking en configuratie“ op pagina 24. 2.4.2. Versie met LED METPOINT ®...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2.4.3. Stroomrichting De stroomrichting wordt door de pijl (1) op de behuizing en op de sensorbuis van de METPOINT FLM weergegeven. ® INDICATIE Verdere informatie De behuizing kan indien nodig (bijv. bij het veranderen van de stroomrichting) gedraaid worden. Voor verdere informatie zie„Draaien van de behuizing“...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 2.6. Technische gegevens Technische gegevens SF13 Max. bedrijfsoverdruk 16 bar Meetprincipe Calorimetrische meting Gebruikstemperatuur Sensorbuis en schroefkoppeling -30 ... +140 °C Behuizing: -30 ... +80 °C Gemeten waarden m³/h (fabrieksinstelling) Via Displayversie kunnen meer eenheden worden geprogrammeerd m³/min, l/min, l/s, ft/min, cfm, m/s, kg/min, kg/s Sensor Pt45,Pt1000...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 3. Montage 3.1. Waarschuwingen GEVAAR Uittreden van perslucht Risico op ernstig letsel of dood door contact met snel en plots ontsnappende perslucht of door lekkende of onbeveiligde installatieonderdelen. • Voer nooit werkzaamheden voor montage of onderhoud uit wanneer er onderdelen onder druk staan.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 3.1.3. Draaien van de behuizing Bij een veranderde stromingsrichting kan de behuizingin de gewenste positie worden gedraaid door het losdraaien van 4 draadeinden met 1,5 mm inbus. Daarna de draadeinden weer handvast aandraaien. INDICATIE Beschadiging mogelijk Er moet voor worden gezorgd dat de aansluitkabels niet zijn aangesloten en de pakking correct is geïnstalleerd.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 4. Elektrische installatie 4.1. Pinbezetting van de connectors Pinbezetting van de connector A, M12 x 1, 5-polig, A-gecodeerd (volgens EN 61076-2-101) Pinbezetting connector Pinbezetting connector Pinbezetting connector Aanzicht transmitterkant Aanzicht bussenkant Aanzicht schroefkant Pinbezetting van de connector B, M12 x 1, 5-polig, A-gecodeerd (volgens EN 61076-2-101) Pinbezetting connector Pinbezetting connector Pinbezetting connector...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 4.2.2. Stroomuitgang 4 ... 20 mA drieleider De aansluiting gaat via aansluitstekker A. Bedradingsschema METPOINT SF13 ® 4 ... 20 mA 4 ... 20 mA PIN-bezetting sensor Functie Aderkleur PIN-1 Positieve (+) aansluiting van de stroomvoorziening bruin PIN-2 niet bezet PIN-3...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 4.3.2. Stroomuitgang 4 ... 20 mA drieleider De aansluiting gaat via aansluitstekker A. Bedradingsschema METPOINT SF13 en METPOINT ® ® BROWN GREY BLUE 4 ... 20 mA PIN-bezetting sensor Functie Aderkleur PIN-bezetting BDL PIN-1 Positieve (+) aansluiting van de stroomvoorziening bruin PIN-7 PIN-5...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 4.4. Het bedienen van de METPOINT BDL compact ® 4.4.1. Bidirectioneel bussysteem RS485 De aansluiting gaat via aansluitstekker A. Bedradingsschema METPOINT SF13 en METPOINT BDL compact (Digitalboard) ® ® BROWN BLUE WHITE BLACK RS485 PIN-bezetting sensor Functie Aderkleur PIN-bezetting BDL compact PIN-1...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 4.4.3. Galvanisch gescheiden impulsuitgang De aansluiting gaat via aansluitstekker B. Bedradingsschema METPOINT SF13 en METPOINT BDL compact (Analogboard) ® ® BROWN BLACK GREY Impuls BLUE PIN-bezetting sensor Functie Aderkleur PIN-bezetting BDL compact PIN-1 niet bezet bruin PIN-4 Impuls Impuls zwart...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 5. Inbedrijfstelling Voor de inbedrijfstelling de METPOINT FLM onder spanning zetten en de sensor Setup uitvoeren zoals in „Sensor Setup“ op ® pagina 25 beschreven wordt. Vervolgens de leidingen langzaam onder druk zetten. 6. Werking en configuratie Als de netspanning werkt begint de METPOINT FLM met de initialisatie en gaat daarna over naar het hoofdmenu.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.2. Instellingenmenu Men verlaat het hoofdmenu door het indrukken van de knop >>ENTER<< in het instellingenmenu. De toegang tot het instellingenmenu is beveiligd met een wachtwoord. Wachtwoord bij levering: 0000 (4 x nul). Indien nodig kan het via Setup–User→Setup→Password veranderd worden.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.3.1. Invoer binnendiameter buis Setup → Sensor Setup → Diameter Om wijzigingen, bijv. de eenheid, aan te brengen, moet met de knop >>UP<< het veld „Eenheid“ worden gekozen en vervolgens met de knop >>ENTER<< worden bevestigd. De gewenste eenheid met de knop >>UP<< kiezen en 2x met de knop >>ENTER<<...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.3.3. Definitie van de eenheden voor verbruik, stroming, temperatuur en druk Setup → Sensor Setup → Units Om wijzigingen, bijv. de eenheid, aan te brengen, moet met de knop >>UP<< het veld „Eenheid“ worden gekozen en vervolgens met de knop >>ENTER<< worden bevestigd. Is het aantal eenheden niet weer te geven op een pagina, komt men via het veld „<<“...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.3.4. Instellen van de referentievoorwaarden Setup → Sensor Setup → Ext. Setup Hier wordt de instelling van de referentievoorwaarden uitgevoerd. Filtertime Setup → Sensor Setup → Ext. Setup → Ref.Pref Om wijzigingen, bijv. de referentievoorwaarden, aan te brengen, moet met de knop >>UP<<...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.3.5. Instelling nulpunt en onderdrukking lage snelheden Setup → Sensor Setup → ZP Adjust Hier wordt de instelling van het nulpunt en de onderdrukking van lage snelheden uitgevoerd. Setup → Sensor Setup → ZP Adjust → ZeroPnt Geeft de sensor weer in ingebouwde toestand, zonder stroom al een debiet van >0 m³/h kan men het nulpunt van de karakteris- tiek hier instellen.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.4. ModBus Setup De thermische massa-flowmeter METPOINT FLM is uitgerust met een RS485 interface (ModBus RTU). Voordat u de sensor in ® bedrijf stelt, moeten de communicatieparameters • ModBus ID, baudrate, pariteit en stopbit worden ingesteld om de communicatie met de Modbus-master in te schakelen. Setup →...
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.5. Pulse / Alarm Setup → Pulse/Alarm De galvanisch gescheiden impulsuitgang kan worden gebruikt als puls- of alarmuitgang. Voor de alarmuitgang kunnen de volgende eenheden worden geselecteerd: • kg/min, cfm, l/s, m³/u, m/s, °F, °C, kg/s Via „Value“ wordt de alarmwaarde en de via „Hyst.“ de gewenste hysterese ingesteld.
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.6. Gebruiker setup Setup → User Setup In de User Setup kunt u het wachtwoord wijzigen, stelt u de helderheid van het scherm in en kunt u het scherm draaien. • Password = Wijzigen van het wachtwoord •...
Pagina 34
Installatie- en gebruiksaanwijzing 6.8. 4 ... 20 mA Setup → 4 - 20 mA Hier worden de instellingen voor de 4 ... 20 mA stroomuitgang gedaan. Setup → 4 - 20 mA → Channel 1 In het eerste veld kunnen de volgende meetwaarden ingesteld worden: •...
Installatie- en gebruiksaanwijzing Setup → 4 - 20 mA → Error Current Hier wordt bepaald welke foutmelding bij een fout in de stroomuitgang wordt gemeld. • 2 mA = Sensorfout / Systeemfout • 22 mA = Sensorfout / Systeemfout • None = Uitvoer naar Namur (3,8 mA ...
Als er geen specificaties van de klant zijn, adviseren wij een kalibratie-interval van 12 maanden. De METPOINT FLM moet ® hiervoor aan BEKO TECHNOLOGIES GmbH verzonden worden. 11. LED-weergave Bovenop de behuizing van de METPOINT FLM bevindt zich een LED voor de weergave van het kalibratietijdstip. Na een periode ®...
Installatie- en gebruiksaanwijzing BEKO TECHNOLOGIES GMBH Im Taubental 7 41468 Neuss, GERMANY Tel: +49 2131 988-0 www.beko-technologies.com EG-conformiteitsverklaring Hierbij verklaren wij dat de navolgende aangeduide producten in de door ons geleverde uitvoering voldoen aan de eisen van de desbetreffende normen. Deze verklaring heeft uitsluitend betrekking op de producten in de toestand waarin ze door ons in omloop zijn gebracht.
Pagina 39
Installatie- en gebruiksaanwijzing METPOINT SF13 ®...
Pagina 40
Tel. +81 44 328 76 01 service.it@beko-technologies.com info@beko-technologies.jp BEKO TECHNOLOGIES S. de R.L. de C. BEKO TECHNOLOGIES CORP. BEKO Technologies, S de R.L. de C.V. 900 Great Southwest Pkwy SW Blvd. Vito Alessio Robles 4602 Bodega 10 US - Atlanta, GA 30336 Zona Industrial Tel.