Inhoudsopgave
Advertenties
5. De projector gebruiken via een netwerk
Bestanden projecteren
1.
Zet de projector aan.
2.
Druk op de [Input]-knop om het invoersignaal te veranderen in [Server].
De lijst projectieservers en DLNA-servers wordt weergegeven.
3.
Selecteer de server met de te projecteren bestanden.
Het overzicht van bestanden in de hoofddirectory wordt weergegeven.
Als bij [Toegangsbeperkingtype] in [Netwerktoepassingsinstellingen] de instelling [Toegangsnr.] is
opgegeven, wordt het invoerscherm voor het toegangsnummer weergegeven als de
projectieserver is geselecteerd. Neem contact op met uw serverbeheerder voor uw
toegangsnummer.
Als bij [DLNA Certification Mode] in [Netwerktoepassingsinstellingen] de instelling [Inschakelen] is
opgegeven, worden sommige videobestanden niet in de bestandslijst weergegeven. Voor meer
informatie raadpleegt u Pag. 136 "Menu Netwerktoepassingsinstellingen".
4.
Selecteer het bestand, [Diavoorstelling] of map en druk op de [Enter]-knop.
• Als er een bestand is geselecteerd
Als u een JPEG-bestand selecteert, wordt de afbeelding geprojecteerd. Als u een MPEG-
bestand selecteert, wordt de video afgespeeld.
• Als [Diavoorstelling] is geselecteerd
Een diavoorstelling begint met de bestanden in de huidige map.
• Als er een map is geselecteerd
De bestandslijst van de map wordt weergegeven. Herhaal deze stap totdat het bestand dat u
wilt projecteren, wordt weergegeven.
• Afbeeldingen worden op numerieke en alfabetische volgorde weergegeven op hun
bestandsnaamtitel.
• U kunt de interval van de diavoorstelling voor stilstaande afbeeldingen opgeven in [Weergave-
interval (sec.)] in [Server] onder [Netwerktoepassingsinstellingen].
• Als er zich een videobestand in de map bevindt die voor een diavoorstelling is geselecteerd, wordt
de gehele video afgespeeld. Als de video is afgelopen, wordt het volgende bestand
weergegeven.
80
Advertenties
Inhoudsopgave
