Installatie- en gebruiksaanwijzing
Datum: 3 februari 2010
Document nr: 3391941C - NL
3.1. Algemeen (voertuigen van de categorieën EX/II, EX/III, AT, FL en OX)
3.1.1. De verwarmingssystemen op brandstof en het traject van de uitlaatgassen moeten zo ontworpen, geplaatst,
beschermd of afgedekt zijn dat het risico dat de lading opwarmt of ontvlamt, aanvaardbaar is. Aan dit voorschrift wordt
geacht te zijn voldaan als de brandstoftank en het uitlaatsysteem van de installatie voldoen aan de voorwaarden van de
punten
3.1.1.1 en 3.1.1.2. De naleving van deze voorwaarden wordt geverifieerd op het complete voertuig.
3.1.1.1. Alle tanks die de installatie van brandstof voorzien, moeten aan de volgende voorschriften beantwoorden:
a)in geval van een lek moet de brandstof op de vloer worden afgeleid zonder dat ze in contact kan komen met hete delen
van het voertuig of met de lading;
b)met benzine gevulde brandstoftanks moeten voorzien zijn van een doeltreffende vlamdemper aan de vulopening of van
een afsluiting waarmee de opening hermetisch kan worden afgesloten.
3.1.1.2. Het uitlaatsysteem en de uitlaatpijpen moeten zo gericht of beschermd zijn dat er geen gevaar is voor opwarming
of ontvlamming van de lading. Als delen van het uitlaatsysteem zich direct onder de brandstoftank (diesel) bevinden, moet
een vrije ruimte van minstens 100 mm zijn gerespecteerd of moeten die delen door een hitteschild zijn afgeschermd.
3.1.2. Het verwarmingssysteem op brandstof moet manueel worden ingeschakeld. Programmeersystemen zijn verboden.
3.2. Voertuigen van de categorieën EX/II en EX/III Verwarmingssystemen voor gasvormige brandstof zijn niet toegelaten.
3.3. Voertuigen categorie FL
3.3.1. De verwarmingssystemen op brandstof moeten minstens volgens de volgende methoden kunnen worden
uitgeschakeld:
a)opzettelijke manuele uitschakeling vanaf de bestuurdersplaats;
b)het stilleggen van de motor van het voertuig; in dit geval mag het verwarmingssysteem door de bestuurder opnieuw
manueel worden ingeschakeld;
c)het opstarten van een aanvoerpomp op het motorvoertuig voor de gevaarlijke goederen die worden vervoerd.
7. Bijlage 3 - Garantiebepalingen
BEPERKTE GARANTIE
.
Installatie / validatie en machtiging
Alle Thermo producten moeten door geautoriseerde installateurs worden geïnstalleerd of de
installatie moet door een geautoriseerde installateur worden nagekeken en goedgekeurd.
Om voor wereldwijde garantiedekking in aanmerking te komen dient voor alle installatie-
/toepassingsvrijgaven een machtiging te worden afgegeven volgens het Marine Commissioning &
Validation (MCV)-rapport en deze dienen volledig te worden gedocumenteerd. In het geval van
OEM-installaties geldt dit alleen voor de als eerste vrijgegeven, representatieve toepassingen.
De volledige machtigings- en validatieprocedure wordt beschreven in de Thermo Intercompany
Warranty Manual van Webasto.
Beperkingen en uitsluitingen
Deze garantie is beperkt tot reparatie en vervanging. De garantie geldt niet voor:
• Incidentele schade en of schade die het gevolg is van storing aan de Webasto Thermo
apparatuur
• Storing die zich voordoet aan de Thermo apparatuur en die te wijten is aan normale slijtage,
ongeluk, onjuist gebruik, misbruik, gebrek aan verantwoordelijkheid en noodzakelijk onderhoud,
niet-geautoriseerde installatie of reparatie door de eindgebruiker, wijzigingen, ongeregeldheden
of overmacht.
• Transportschade. Deze dient rechtstreeks bij het expeditiebedrijf te worden geclaimd.
• Reparatiekosten die het gevolg zijn van storing aan de Thermo apparatuur en die te wijten zijn
aan onachtzaamheid, onjuiste installatie of het niet respecteren van de installatierichtlijnen (fout
van de installateur) zullen aan de dealer van reparatie worden vergoed door het land van
reparatie en worden berekend aan het land van herkomst / originele installateur onder overleg
van het ontvangen / gedocumenteerde bewijs tijdens de reparatie (afbeeldingen worden zeer
aanbevolen).
• De beperkte garantie betreft alleen de oorspronkelijke toepassing en kan niet worden
overgedragen.
• Bij tussenkomst van derden of van een bedrijf dat niet vooraf expliciet door Webasto is bevoegd
voor het uitvoeren van reparatiewerkzaamheden, wordt de Webasto-garantie nietig en zal
Webasto geen schadevergoeding uitkeren.
Centrale Verwarmingsunit
Eind van het uittreksel.
31