6 Gewenste waarde voor werkelijk vermogen en blindvermogen instellen
6.1.7 Procedure "WCnstNomAnIn"
De begrenzing van het werkelijke vermogen wordt via een analoog signaal op de ingangsklemmen
voor de instelling van de gewenste waarde ingesteld (zie de meegeleverde installatiehandleiding).
Normaal gesproken wordt dit via een rondzendsignaalontvanger gerealiseerd.
De stroomsterkte van het aangesloten signaal bepaalt het nominale werkelijke vermogen.
De analoge meetwaarden moeten tussen 4 mA ... 19 mA liggen. Als het analoge signaal lager dan
2 mA is, wordt de foutmelding in de actuele waarde "P-WModFailStt" gegenereerd.
Signaal
< 2 mA
2 mA ... 4 mA
4 mA ... 19 mA
> 19 mA
De analoge waarde wordt omgerekend naar een gewenste waarde voor de vermogensbegrenzing.
Hierbij vormt de parameter "Pmax" het eindpunt van de lineaire karakteristiek.
Gebruikte parameters
6.1.8 Foutmeldingen en waarschuwingen voor de begrenzing van
het werkelijke vermogen weergeven
De actuele waarde "P-WModFailStt" geeft foutmeldingen en waarschuwingen met betrekking tot de
begrenzing van het werkelijke vermogen aan.
Kanaal "P-WModFailStt" weergeven
• Op de interface van de SC-COM de actuele waarde
(zie hoofdstuk 5.1 "Actuele waarden weergeven", Pagina 35).
Weergave
Beschrijving
Off
Er is geen procedure voor de
begrenzing van het werkelijke
vermogen geselecteerd.
Ok
Er is een procedure voor de begrenzing
van het werkelijke vermogen
geselecteerd en er is geen fout
opgetreden.
44
SCxxxHE-20-BE-BNL111210
Vermogensbegrenzing
Laatste geldige waarde of
"Pmax" na herstart
0 kW
0 kW ... Pmax
Pmax
geen
SMA Solar Technology AG
Beschrijving
Signaal bevindt zich in een ongeldig
bereik.
Er wordt geen vermogen gevoed.
De gevoede energie wordt met behulp
van een karakteristiek bepaald.
De gevoede energie bedraagt Pmax.
"
P-WModFailStt" weergeven
Maatregel
Geen
Geen
Bedrijfshandleiding