3 Productbeschrijving
3.5.7 Remote GFDI en isolatiebewaking
Met de optie "Remote GFDI en isolatiebewaking" is het mogelijk om optredende fouten automatisch
te verhelpen en de aarding van de PV-generator kortstondig op te heffen en de isolatie door het
geïntegreerde isolatiebewakingsapparaat te laten controleren.
Met een gesloten remote GFDI is het PV-veld geaard. De isolatieweerstand kan in deze toestand niet
worden bepaald. Als de Remote GFDI wordt geactiveerd, wordt in eerste instantie van een tijdelijke
fout uitgegaan, en wordt de GFDI na een wachttijd weer motorisch gesloten. Voor het sluiten van de
geactiveerde Remote GFDI is geen inschakelopdracht van buitenaf noodzakelijk. De omvormer kan
na een wachttijd weer omschakelen naar voedingsbedrijf.
In de standaardinstelling van de Sunny Central voert de software maximaal 3 inschakelpogingen per
dag met de GFDI uit.
Als de GFDI meerdere dagen achter elkaar wordt geactiveerd, gaat de software uit van een
"permanente isolatiefout" en gaat de omvormer niet meer in bedrijf. In dit geval moet de isolatie door
een elektricien gecontroleerd, indien nodig gerepareerd en de fout verholpen worden.
Met een geopende Remote GFDI is de aarding opgeheven. Het isolatiebewakingsapparaat bepaalt
in deze toestand permanent de isolatieweerstand. In de bedrijfsmodus "Lastbedrijf MPP" wordt de
isolatieweerstand van het gehele systeem van de PV-modules tot de middenspanningstransformator
gedetecteerd. Als de omvormer zich in de bedrijfsmodus "Netbewaking" bevindt, wordt alleen de
isolatieweerstand van de PV-modules tot de omvormer gedetecteerd.
De isolatiebewaking dient in de bedrijfsmodus "Lastbedrijf MPP" uitgevoerd te worden. Daardoor
worden alle onderdelen van de installatie tijdens de isolatiemeting gedetecteerd.
Met de parameter voor de isolatiebewaking kunt u instellen welke invloed een foutmelding in het
isolatiebewakingsapparaat op de werking van de Sunny Central heeft:
• Als de parameter "IsoErrIgn" op Off is gezet, meldt het meetcircuit bij onderschrijding van de
omschakelwaarde ALARM1 een storing en wordt de omvormer uitgeschakeld. LED1 brandt.
• Als de parameter "IsoErrIgn" op On is gezet, wordt bij onderschrijding van de
omschakelwaarde ALARM1 de foutmelding van het meetcircuit genegeerd. De omvormer
voedt echter verder en genereert de foutmelding "3504 - Insulation failure ignored".
Isolatiebewaking
Om de aarding van de PV-generator op te heffen, moet de parameter "RemMntSvc" op On worden
gezet. Daardoor wordt de Remote GFDI met behulp van een motor geopend.
Als de Remote GFDI met de parameter "RemMntSvc" motorisch geopend werd, begint het
isolatiebewakingsapparaat na het verstrijken van de in de parameter "IsoMeasDly" vastgelegde
wachttijd met de meting. Daardoor kan het isolatiebewakingsapparaat de isolatieweerstand bepalen
zonder dat het voedingsbedrijf onderbroken wordt. Als een isolatiefout optreedt, wordt daarmee pas
aan het einde van de wachttijd rekening gehouden.
Als de isolatie in orde is, wordt de fout "3505 ‒ Ground Fault ignored" weergegeven. Deze fout geeft
aan dat de PV-generator niet-geaard wordt gebruikt. Als de isolatiebewaking afgesloten is, dient de
parameter "RemMntSvc" op Off gezet en de PV-generator daardoor in de geaarde modus gezet te
worden.
28
SCxxxHE-20-BE-BNL111210
SMA Solar Technology AG
Bedrijfshandleiding