7.2 Verhelpen van fouten
Fout
Zuigleiding bevat gasbellen
Doseerpomp verpompt niet
of heeft capaciteitsverlies
De tabel maakt geen aanspraak op volledigheid.
Andere uitvaloorzaken en gedetailleerde informatie over de storingsoorzaken kunt u vinden in de gebruikershandlei‐
dingen van de individuele componenten.
Mogelijke oorzaak
Aanzuighoogte te hoog, bedrijfsomstandig‐
heden te dicht bij de dampdruk van het
medium
Zuigleiding niet lekdicht en trekt valse lucht
Medium neigt tot uitgassen
Zuigleiding bevat gasbellen
Zuigleiding is verstopt
Te hoge zuigdruk noodzakelijk
Zuigleiding bevat gasbellen
Spoeling of aftap aan de zuigzijde geopend
Afsluitarmatuur bij evacueervat niet
gesloten
Tank-, resp. aanzuighoogte te hoog
Leegmelding, resp. droogloopbeveiliging
aangesproken
Kogel in de zitting van het zuig- of persven‐
tiel van de doseerpomp klemt of blijft
plakken
Kogel in de zitting van het zuig- of persven‐
tiel opgelost
Membraanscheur-/membraanbreuksensor
aangesproken
Openingsdruk van het overstort- / veilig‐
heidsventiel te laag
Spoel- of aftapaansluiting aan perszijde
open
Lucht in de persleiding
Doseerleiding gebroken
Afsluitventiel gesloten (perszijde)
Doseerleiding geblokkeerd
Te hoge tegendruk bij het injectiepunt
Injectiepunt geblokkeerd
Spanningsdaling of -uitval
Onderhoud en verhelpen van fouten
Verhelpen
Aanzuighoogte verlagen, automatische
ontgassing toepassen, temperatuur ver‐
lagen
Vacuümdrukdichtheid en verbindingen
controleren, leiding ontluchten
Automatische ontgassing bij hoogste punt
en in de doseerkop, zuigleidingen stijgend
leggen, hogere temperaturen en UV-stra‐
ling vermijden, zuigaansluiting door‐
spoelen
Zie het separate foutbeeld
Blokkade / vervuiling verwijderen
Zuigleiding ombouwen, grotere door‐
snede en/of aanzuigpulsatiedemper toe‐
passen
Op hoogste punt ontluchten, zuigleiding
altijd stijgend leggen
Spoel- of aftapkraan aan de zuigzijde
sluiten
Armatuur sluiten en evt. de zuigleiding
opnieuw evacueren
Aanzuighulp gebruiken
Chemicaliën in vat bijvullen, niveausensor
moet ondergedompeld zijn in het medium
Ventiel uitbouwen, reinigen en evt. ver‐
vangen
Ventiel vervangen en bestendigheid con‐
troleren
Membraan en afdichtingsset vervangen
Openingsdruk correct instellen
Spoel- of aftapaansluiting sluiten
Doseerleiding op het hoogste punt ont‐
luchten
Doseerleiding vakkundig repareren
Afsluitventiel openen
Blokkade verwijderen, openingsdruk van
overstort-, resp. veiligheidsventiel contro‐
leren
Tegendruk verlagen of pomp met een
hogere capaciteit toepassen
Injectiepunt reinigen
Elektrische voeding weer tot stand
brengen
37