Onderhoud en verhelpen van fouten
Tab. 2: Tijdsschema "Onderhoud" voor het doseersysteem.
Wat?
Doseerpompen
Controle van de werking
Controle van de elektrische aanslui‐
tingen, de probleemloze mechanische
toestand, het goed vastzitten en op cor‐
rosieschade
Controleer de aanhaalmomenten van de
bevestigingsschroeven bij de doseerkop
Controle en eventueel vervangen van
zuig- en persventielen
Controle en eventueel vervangen van
het doseermembraan
Drukhoud-/overstortventiel
Controle van de werking & vervangen
van membraan
Controle van de werking
Lekbak
Visuele controle op lekdichtheid en
beschadigingen
Leksensor (niveauschakelaar van de lekbak)
Controle van de werking
Schroefkoppelingen en slangaansluitingen
Controleren op goed vastzitten en lek‐
dichtheid, evt. natrekken
Pijpleidingen en slangen
Visuele controle op lekdichtheid en
beschadigingen / brosheid
36
Wanneer?
Dagelijkse controleronde
Controleronde elk kwartaal
24 uur na de eerste inbedrijfstelling, daarna
elk kwartaal of bij membraanvervanging
Na 5.000 uur, resp. volgens de gegevens in
de gebruikershandleiding van de pomp
Na 10.000 uur, resp. volgens de gegevens
in de gebruikershandleiding van de pomp
Jaarlijks of bij storingen
Wekelijkse controleronde
Wekelijkse controleronde
Jaarlijks, resp. volgens de specificaties van
de lokale instanties
Maandelijkse controleronde
Maandelijkse controleronde
Waar beschreven?
Gebruikershandleiding van de
pomp
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van
multifunctieventiel
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem
Gebruikershandleiding van het
doseersysteem