Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
De doorvoer van filament wordt onderbroken of er
wordt niet genoeg filament doorgevoerd.
Het printen stopt tijdens het proces.
Het geprinte object hecht niet aan het printbed.
Het geprinte object kan niet van het printbed
worden verwijderd.
De informatie op het display is niet te ontcijferen of
het blijft leeg.
De nozzle koelt onverwacht af.
De bewegingsruimte van de nozzle is geblokkeerd.
Mogelijke oplossing
Controleer de filamenthaspel. Het moet gemakkelijk
kunnen draaien.
Controleer of het filament ergens tussen de haspel en de
extruder is blijven steken.
Controleer of het filament op juiste wijze door de
filamentbuis loopt.
Controleer of de temperatuur van de nozzle te laag is voor
het gebruikte filamentmateriaal.
Controleer of de nozzle verstopt is. Reinig de nozzle (zie
voor meer informatie hoofdstuk "b) De nozzle reinigen" op
pagina 41.
Koppel de computer los van de 3D-printer tijdens het
printen vanaf de SD-kaart.
Controleer de instellingen van uw computer. Deze
mag tijdens het printen niet naar de stand-by-stand
overschakelen (instellingen energiebeheer) of uitgaan
(installatie van software of updates tijdens het printen).
De temperatuur van de nozzle is te laag. Verhoog de
temperatuur van de nozzle.
Er bevinden zich resten op het printbed die de hechting van
het object tegengaan. Reinig het printbed (zie voor meer
informatie hoofdstuk "d) Het printbed reinigen" op pagina
42.
De printsnelheid is wellicht te hoog. Verlaag de snelheid.
Kalibreer nogmaals het printbed.
Voeg een raft toe aan het te printen object.
Wacht tot het geprinte object is afgekoeld.
Gebruik de schraper om het object te verwijderen.
Start de 3D-printer opnieuw (zie hoofdstuk "f) De 3D-printer
opnieuw opstarten" op pagina 27).
Selecteer < Preheat PLA > om de nozzle opnieuw te
verwarmen en voer binnen 5 minuten een handeling uit,
bijvoorbeeld het laden of ontladen van filament, printen,
etc.
Verwijder voor elke afdruk altijd overtollig filament van de
nozzle.
45
Advertenties
Inhoudsopgave
