e) Software-instellingen - Windows
Optioneel kunnen hier geavanceerde instellingen worden vastgelegd. Dit dient echter alleen door ervaren
gebruikers te worden gedaan. Zie voor de functies ervan de online-help van de software.
Het gebruik van verkeerde instellingen kan leiden tot schade aan de 3D-printer of foutieve afdrukken.
Beginners kunnen beter eerst gebruik maken van de basisinstellingen.
1 Start de software.
2 Selecteer "Machine"
3 Selecteer "Machine settings"
4 Selecteer de seriële poort
waarop de 3D-printer is
aangesloten. Het poortnummer
is onafhankelijk van het systeem
(zie voor meer informatie
het hoofdstuk "De 3D-printer
aansluiten" op pagina 28). Zet
"Baudrate" op 115200.
5 Klik op "Ok". Het venster
"Machine settings" wordt
gesloten.
6 Stel de parameters onder
"Basic" instellingen in zoals
weergegeven. Dit zijn mogelijke
parameters voor een
PLA-filament.
Er verschijnt een
tooltip wanneer u de
muisaanwijzer boven
de parameter plaatst.
®
5
4
6
35